Bibliographies

Introduction

Many theological material is availiable on the Internet, but it is most of the time difficult to locate. The purpose of this page is to provide some help by finding your literature. At this moment the following bibliographies are available:

* Theologie in 't Nederlands, 1072 works (Dutch) [Updated 22-11-2010]
* The Works of Heinrich Bullinger, 80 works (English) [Updated 15-05-2010]




Theologie in 't Nederlands

Introductie
Hoewel Nederlandstalige theologie op Internet een kleine minderheid vormt, loont het toch de moeite om dit taalveld te inventariseren. De theologische traditie van Nederland is een rijke en brede traditie en is de moeite van het bestuderen waard. Bij het selecteren van de literatuur is hetzelfde criterium gevolgd als bij de zoekmachine: Er is gestreefd naar volledigheid op theologisch terrein, inclusief moderne theologie, maar de orthodox-protestantse theologie neemt een prominente plaats in. De meeste literatuur stamt uit de periode tussen 1500 en 1950 en is afkomstig van van archive.org en books.google.com. Wie meer wil weten over de filosofie van Theologie in 't Nederlands, raadplege de weblog.



Bibliografie
Abrahamsz G., Verdediging der Christenen die Doopsgezinde genaamd worden beneffens korte grondstellingen van hun gelove en leere (1699).

Acquoy, J.G.R., Het klooster te Windesheim en zijn invloed (1875).

Acquoy, J.G.R., Middeleeuwsche geestelijke liederen en leisen: met eene klavier-begeleiding (1888).

Acta der Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk (1918).

Acta der Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk (1922).

Acta der Voorlopige synode van Nederduitsche Gereformeerde Kerken 01 (1888).

Adviezen der zakelijke sectiën (1887).

Af-beeldingen van sommighe in Godts-Woort ervarene mannen die bestreden hebben den Roomschen antichrist. Waer by ghevoecht zijn de lof-spreucken ende Registers harer Boecken (1603).

Agendum voor de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk (1912).

Agendum voor de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk (1918).

Aldegonde, Ph. van Marnix van st., Tafereel der religions verschillen (1601).

Alphen, H. van, De christelijke spectator in twaalf vertoogen (1799).

Alphen, H. van, Proeve van liederen en gezangen voor den openbaaren godsdienst (1801).

Amesius, G., Aenhangsel van de Haeghsche conferentie: Waer in de argumenten der recht-zinnigher predicanten van Hollandt voort-gebracht teghen de vyf articulen der Remonstranten van de goddelijcke praedestinatie, ende de articulen daer aen hangende tegen der Remonstranten exceptien beweert werden (1630).

Amesius, G., Vijf boeken van de conscientie en haar regt of gevallen (1896).

Andel, J. van, Handleiding bij de beoefening der gewijde geschiedenis (1892).

Antwoord op Isaac da Costa's Protest: tegen eene zinsnede in het adres der algemeene synodale commissie der Nederlandsche Hervormde Kerk aan Z. M. den Koning, ter zake van het gewijzigde ontwerp van grondwet (1848).

Appelius, J.C., Aanmerkingen over den bezwaarlyken en nuttigen dienst den voornamen inhoud en het regt gebruik van 't evangelie: eenvoudig afgeleidt uit enige evangelische stoffen (1760).

Appelius, J.C., Vervolg van aanmerkingen over den bezwaarlyken en nuttigen Dienst, den voornamen Inhoud en het regt Gebruck van Evangelie (1763).

Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending 01 (1884).

Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending 02 (1885).

Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending 04 (1887).

Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending 05 (1890).

Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending 06 (1891).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 01 (1829).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 03 (1831).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 04 (1833).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 06 (1835).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 07 (1836).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 08 (1837).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 09 (1838).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 10 (1840).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 11 (1840).

Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland 12 (1841).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 01 (1885).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 03 (1889).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 04 (1893).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 05 (1895).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 06 (1897).

Archief voor Nederlandsche kerkgeschiedenis 07 (1899).

Arndt, J., Thien Schoone Geest en Leer-rijcke Predicatien, Van de thien Egyptische grouwsame en schrickelijcke Plagen (1668).

Augustinus, De belydenisse van de heyligen Augustinus (1791).

Augustinus, De derthien boecken der belydenisse van den heyligen Augustinus (1706).

Augustinus, Het boeck van den heyligen Augustinus Van de waerachtige religie (1706).

Augustinus, Het boeck van den heyligen Augustinus Van het Geloove, de Hope en de Liefde (1706).

Baart de la Faille, S., Leo N. Tolstoi als theoloog en moralist (1897).

Bachiene, W.A., Kerkelyke geographie der Vereenigde Nederlanden: in zich behelzende eene beschryvinge van den staat der synoden, klassen en gemeenten der Hervormde Kerke in ons vaderland met veele byzonderheden (1768).

Baljon, J.M.S., De tekst der brieven van Paulus aan de Romeinen, de Corinthiërs en de Galatiërs als voorwerp van de conjecturaalkritiek beschouwd (1884).

Baljon, J.M.S., Encyclopedie der christelijke theologie (1900).

Baljon, J.M.S., Grieksch-theologisch Woordenboek hoofdzakelijk van de Oud-Christelijke Letterkunde (1895).

Baljon, J.M.S., Inleiding op de boeken des nieuwen verbonds (1893).

Barents, J., Het verschraalde denken. Een vergelijking tusschen de dialectische theologie van Karl Barth en de Reine Rechtslehre van Hans Kelsen (1946).

Barger, E. & Brill, W.G., De christologie van den brief aan de Hebreën tegenover die der brieven van Paulus (1871).

Bastingius, H. Verclaringe op Den Catechisme Der Christelicker Religie (1893).

Batelier, J.J., Verantwoordinge tegen Gisberti Voetii Remonstrantsche Catechisatie (1643).

Baudartius, W., Apophthegmata Christiana ofte Gedenck-weerdige, Leersame en aerdige Spreucken (1665).

Baudartius, W., Morghen-wecker der vrye Nederlantsche Provintien (1610).

Bavinck, H., Christelijke wereldbeschouwing rede bij de overdacht van het Rectoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op 20 October 1904 (1904).

Bavinck, H., De algemeene genade (1894).

Bavinck, H., Magnalia Dei. Onderwijzing in de christelijke religie naar Gereformeerde Belijdenis (1909).

Beek, A. van de, 'Apologie of verkondiging?', (1987).

Beek, A. van de, 'Christus en Adam', (1983).

Beek, A. van de, 'Christus, de Schrift en de cultuur', (1995).

Beek, A. van de, 'De hervormde kerk: administratieve eenheid of gemeenschap der heiligen?', (1994).

Beek, A. van de, 'De mens het beeld van God - of omgekeerd', (1992).

Beek, A. van de, 'De theologische faculteit tussen kerk en staat', (1986).

Beek, A. van de, 'De toegang tot het Heilig Avondmaal', (1988).

Beek, A. van de, 'Eén in Christus', (1996).

Beek, A. van de, 'Een vaderloze maatschappij', (1984).

Beek, A. van de, 'Fundamentalisme: excentriciteit en soliditeit van de geloofsgrond', (1991).

Beek, A. van de, 'Geloof en ervaring. Een theologische benadering', (1983).

Beek, A. van de, 'Godsbeeld en geschiedenis', (1987).

Beek, A. van de, 'Hedendaagse schuld in bijbels-theologisch perspectief', (1993).

Beek, A. van de, 'Hermeneutiek van het kerkrecht', (1988).

Beek, A. van de, 'Het effect van Gods deugden in de geschiedenis', (1987).

Beek, A. van de, 'Het is niet goed dat de mens alleen zij', (1988).

Beek, A. van de, 'Iets anders te zeggen', (1991).

Beek, A. van de, 'Rust is ver te zoeken', (1989).

Beek, A. van de, 'Secularisatie in het hoger onderwijs', (1994).

Beek, A. van de, 'Wat hebt gij dat gij niet hebt ontvangen', (1995).

Beek, A. van de, 'Wat is theologie?', (1984).

Beek, A. van de, 'Wie waagt die is. Paul Tillich en de moed om te zijn', (1987).

Beek, A. van de, 'Zonde', (1986).

Beek, A. van de, De adem van God. De Heilige geest in kerk en kosmos (1987).

Beek, A. van de, God kennen - met God leven. Een pleidooi voor een bevindelijk-pneumatologische fundering van kerk en theologie (1982).

Beek, A. van de, Rechtvaardiger dan God. Gedachten bij het boek Job (1992).

Beek, A. van de, Tussen traditie en vervreemding. Over kerk en christenzijn in een veranderende cultuur (1985).

Beek, A. van de, Wonderen en wonderverhalen (1991).

Beek, J. van, Athenagoras' geschrift De resurrectione mortuorum (1908).

Beerens, J.F., De casuïstiek en Pascal (1909).

Beets, H., Abraham Lincoln : zijn tijd en leven (1909).

Beets, H., De Chr. geref. kerk in N. A.; zestig jaren van strijd en zegen (1918).

Beets, N., De kruiswoorden: Zeven lijdens-preeken (1843).

Beets, N., Een paaschgezang (1845).

Beij, B. de, & Zwemer, A., Stemmen uit de Hollandsch-Gereformeerde Kerk in de Vereenigde Staten van Amerika (1871).

Bekeeringhe Petri de la Faille, predicant te Caudekerck, uyt de Calvinissche ketterije, tot het H. Catholijck geloof (1644).

Bekker, B., Ondersoek en antwoord van Balthasar Bekker op 't request door de gedeputeerden der Noordhollandsche synode tot Edam tegen syn boek de Betoverde weereld (1693).

Bekker, B., Uitlegginge van den propheet Daniel (1688).

Bellarminus, R., Verclaringe van den credo oft apostolik geloof-teeken (1724).

Berg, L.W.C. van den, De beginselen van het Mohammedaansche recht (1878).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'De mythologische achtergrond van de nieuwtestamentische wonderen' (1954).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'De radicale critiek in het gedrang' (1954).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Gehistoriseerde mythe' (1951).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Getuigenissen aangaande Jezus buiten het Nieuwe Testament'

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Het Oude Testament als christelijk geschrift' (1936).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Jezus Christus als Logos' (1951).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Nietzsche's Godsdienst' (1948).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, 'Oudchristelijke brieven' (1951).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, Leeft Jezus of heeft hij alleen maar geleefd (1930).

Bergh van Eysinga, G.A. van den, Onderzoek naar de echtheid van Clemens' eersten brief aan de Corinthiers (1908).

Bergh, I. van den, De leer over de kerk volgens het Nieuwe Testament (1870).

Berhoeff, J.G., Abraham, de vader der geloovigen, in eenige beschouwingen ter navolging voorgesteld (1857).

Beza, Th., Bekentnisse des Christelicken Geloofs (1561).

Biblia sacra dat is de geheele heylighe schrifture bedeylt int oudt ende nieu testament (1599).

Biblia sacra dat is de geheele heylighe schrifture bedeylt int oudt ende nieu testament (1599).

Biblia, dat is, de gansche Heilige Schrifture bevattende alle de kanonieke boeken des Ouden en des Nieuwen Testaments / met gelijkluidende teksten en kaarten (1896).

Bierens de Haan, J.D., Levensleer naar de beginselen van Spinoza (1900).

Bieshaar, W., De Gereformeerde Zendingsbond na 25 jaren, 1901-1926 gedenkboek (1926).

Biesterveld, P., De Jongelingsvereeniging en de kerk (1900).

Biesterveld, P., Karakter der catechese (1900).

Biesterveld, P., Schets van de symboliek (1901).

Bilderdijk, W., De dichtwerken 02 (1856).

Bilderdijk, W., Naklank: gedichten (1828).

Binneweg, J.A., De leer van Paulus aangaande den doop (1874).

Blaauw,A.F.H., Jezus Christus in de bergrede vergeleken met Jesus Christus in het overige N.T. (1870).

Blok, P.J., Lodewijk van Nassau (1889).

Blom, A.H., De Brief van Jacobus (1869).

Blom, A.H., De synoptische verhalen van den doop van Jezus in de Jordaan en van zijne verzoeking in de woestijn, onderzocht en verklaard (1867).

Blyenbergh, W. van, Wederlegging van de ethica of zede-kunst van Benedictus de Spinosa (1682).

Boekenoogen, J.G., e.a., Catalogus der werken over de doopsgezinden en hunne geschiedenis aanwezig in de bibliotheek der Vereenigde doopsgezinde gemeente te Amsterdam (1919).

Boeles, P. Over stattsregt, hervormd kerkbestuur en separatismus: naar aanleiding van het geschrift van Mr. G. Groen van Prinsterer: "De Maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst" (1838).

Boer, E.A., Binnen- of buitenkant? Wat christenmensen kenmerkt: het menselijk gezicht van artikel 29 van de Nederlandse geloofsbelijdenis in de 'notae christianorum' als ecclesiologisch accent tussen de 1ste en 21ste eeuw (2010).

Boer, G.E., Een man des volks : het leven van Prof. Geert Egberts Boer, naar aanteekeningen uit zijn dagboek samengesteld door prof. G.K. Hemkes (1904).

Boethius, Troost-medecijne-wynckel der zedighe wysheyt voormaels in den kerkcer beschreven in 't latijne tot versoetinghe sijnse lijdens (1653).

Boethius, Vertroostinge der wysgeerte (1722).

Boetzelaer van Dubbeldam, C.W.Th., De gereformeerde kerken in Nederland en de zending in Oost-Indië in de dagen der Oost-Indische Compagnie (1906).

Böhl, F.M.T., De knecht des Heeren in Jezaja 53 (1923).

Bolland, G.J.P.J., De achtergrond der Evangeliën : eene bijdrage tot de kennis van de wording des Christendoms (1907).

Bolland, G.J.P.J., De evangelische Jozua. Eene poging tot aanwijzing van den oorsprong des Christendoms (1907).

Bolland, G.J.P.J., Gnosis en evangelie eene historische studie (1906).

Bolland, G.J.P.J., Het eerste Evangelie in het licht van oude gegevens Eene bijdrage tot de wordingsgeschiedenis des Christendoms (1906).

Bolland, G.J.P.J., In den strijd om de waarheid (1905).

Bolland, G.J.P.J., Oude gegevens uit het verre verleden der kerk, meer bepaaldelijk den .Roomschen landgenoot ter overweging voorgelegd (1899).

Bolland, G.J.P.J., Petrus en Rome: Een vertoog voor Roomsche landgenooten (1899).

Bonaventura, Spiegel der deugden di[e]nende tot voortgangh der geestelijcke menschen (1668).

Bouma, G. de, Christelicke catechismus der Nederlandtsche Gereformeerde Kercken: Mitsgaders seeckere maniere van catechisatie ofte onderwijzinge der jonghe jeught in die selve (1639).

Bouman, H., Geschiedenis van de voormalige geldersche hoogeschool en hare hoogleeraren 01 (1844).

Bouman, H., Geschiedenis van de voormalige geldersche hoogeschool en hare hoogleeraren 02 (1847).

Bout, J., e.a. 't merg van de historien de martelaren (1736).

Bouwman, H., Het begrip gerechtigheid in het Oude Testament (1899).

Brakel, W. À, Brief aan de heer N.N. koopmaan in Nieuw-Nederlandt. Vermeerdert en verbetert (1724).

Brakel, W. à, Godvruchtige overdenkingen en alleenspraken: betreffende het verborgen leven voor den Heere van Sara Nevius (1838).

Brakel, W. À, Logikè latreia, dat is, Redelyke Godtsdienst 02 (1757).

Brakel, W. À, Logikè latreia, dat is, Redelyke Godtsdienst 03 (1757).

Brandt, G., Historie der Reformatie en andre kerkelyke geschiedenissen in en ontrent de Nederlanden 03 (1704).

Brandt, G., Historie der Reformatie en andre kerkelyke geschiedenissen in en ontrent de Nederlanden 04 (1704).

Brandt, G., Historie van de rechtspleging gehouden in de jaren 1618 en 1619 ontrent de dry gevangene Heeren Mr. Johan van Olderbarnevelt, Mr. Rombout Hoogerbeets, Mr. Hugo de Groot (1708).

Brink, H.C. van den, Van het woord des levens: Leerredenen over den eersten zendbrief van den H. apostel Johannes (1907).

Brinkman, M.E., 'Nieuwe Latijns-Amerikaanse beelden van Jezus - een christologische benadering', (2009).

Brinkman, M.E., Frederiks, M.T., 'Jezusbeelden van niet-westerse vrouwen' (2009).

Broes, W., Filip van Marnix, heer van St. Aldegonde 02 (1840).

Brouwer, P., De XXVste Psalm, in eene doorgaande verklaaring als mede Psalm LXXXIV Jezaj XXIII en Luk. V in leerredenen (1769).

Brugghen, J.J.L. van der, Pleidooijen in zake de orthodoxie en gevoegde partijen tegen de moderne theologie (1862).

Brummelkamp, A., Uitgang uit de gemeenschap met het Nederl. Hervormd Kerk-bestuur noodzakelijk gemaakt door ontzetting van de predikdienst (1863).

Brutel, G.J., Het leven van Hermannus Moded, een der eerste calvinistische predikers in ons vaderland (1879).

Buddingh, D., De kerk, school en wetenschap in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika (1852).

Buddingh, J.N., Ginkel, H.G. van, Huibers, M.G., Verslag van de vergadering der classis Barneveld gehouden 1 juni 1948 (1951).

Bueren, J.L. van, Het Nieuw-Malthusianisme en de Christelijke zedeleer (1901).

Bullinger, H., De Openbaringhe Jesu Christi nu met CI predicatien verclaert, hier is oock by gevoecht een seer schoon troostelick boeck vande vervolghinghe der heyliger christelicker kercke (1582).

Bunyan, J., Genade overvloeiende voor den voornaamste der zondaren (1908).

Busch, M., De Mormonen: een overzigt van het ontstaan, de inrigting en geloofsleer dezer sekte (1856).

Buxtorf, J., Schoole der Jooden (1694).

Buxtorf, J., Schoole der Jooden: begrypende het geheele Joodsche geloof (1731).

C.H.S.M. Den ongebrocken hoeck getooghen uyt den Robb' van den grooten leydtschen Cabbeliau (1648).

Callenbach, J.R., Justus Heurnius: eene bijdrage tot de geschiedenis des Christendoms in Nederlandsch Oost-Indië (1897).

Calvijn, J., Het Boek der Psalmen 01 (1800).

Calvijn, J., Het Boek der Psalmen 02 (1800).

Calvijn, J., Institutie ofte onderwiisinghe in de Christelicke religie (1602).

Calvijn, J., Institutie ofte onderwiisinghe in de Christelicke religie (1645).

Capadose, A., Herinneringen uit Spanje (1864).

Capadose, A., Omstandig verhaal van de wederroeping der benoeming van de heer H. Brasz als ouderling der Nederlandsche Hervormde gemeente te Amsterdam (1825).

Castellio, S., Opera waer in crachtelijck bewesen wordt dat niemant den anderen om de verscheydenheyt in religie nebijden noch gewelt aen doen, ofte vervolgen en sal. Met noch een nuttighe ende stichtelijcke uytlegginge der predestinatie en verkiezinge Gods ende een verclaringhe van den vryen wille dens menschen (1613).

Cats, J., Alle de wercken, so ouden als nieuwen (1658).

Chalmers, Th., Het bewijs en gezag der Christelijke openbaring (1833).

Chambers, R., Sporen van de natuurlijke geschiedenis der schepping; of, Schepping en voortgaande ontwikkeling van planten en dieren, onder den invloed en het beheer der natuurwetten (1849).

Chavannes, C.G., De godsdienst der bijbelschrijvers. Beschouwing en waardeering van de wijze waarop de schrijvers der verschillende Bijbelboeken de Vroomheid hebben trachten te bevorderen (1906).

Chrysostomus, Redevoeringen des heiligen oudvaders Chrysostomus uit het Grieksch overgebracht (1832).

Clairvaux, B., De cantycken ofte sanghen der sanghen vanden wysen-man Salomon, wt-gheleyt (1626).

Clerc, J. le, Aanmerkingen over 't geen men geluk en ongeluk noemt in't stuk der loteryen en over 't goede gebruik dat men 'er van kan maken (1696).

Cloppenburch, J., Kort begrijp van de opkomste ende leere der Socinianen (1652).

Cock, H. (Helenius) de, Redevoering uitgesproken bij gelegenheid van de overdragt van het rectoraat der theologische school te Kampen (1858).

Coens, J., Confutatie oft wederlegginghe vanden biencorff (1598).

Comrie, A., Brief over de Rechtvaerdigmaking des zondaars (1761).

Comrie, A., Brief over die regtvaardigmakinge des zondaars (1832).

Concept-formulieren voor de afwerping van het juk der synodale hiërarchie (1887).

Coolsma, S., De zendingseeuw voor Nederlandsch Oost-Indië (1901).

Coornhert, D.V., Kleyn-Munster: Des groot-roemighen David Jorissens roemryke ende wonderbare schriften elckerlijck tot een proeve voor ghestelt (1590).

Coornhert, D.V., Proces vant ketterdoden ende dwang der conscientien tusschen Iustum Lipsium, schrijver van de politien anno 1589 daar voor ende Dirick Coornhert daar tegen sprekende 01 (1590).

Coornhert, D.V., Proces vant ketterdoden ende dwang der conscientien tusschen Wolf-aart bisschop Advocaat van Theodore de Beza metten zynen daar voor ende Dirick Volckartsz Coornhert daar teghen sprekende, 02 (1590).

Coornhert, D.V., Van de toelatinghe ende decrete Godes (1572).

Cortrycke, D.J. van, Christelijcken bie-corf der H. Roomscher Kercke (1600).

Costa, I. da, Bijbelsche vrouwen vrouwen des nieuwen verbonds (1853).

Costa, I. da, De mensch en de dichter Willem Bilderdijk, eene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter, en schriften (1859).

Costa, I. da, De Sadduceën (1824).

Costa, I. da, Paulus, eene schriftbeschouwing 02 (1847).

Costa, I. da, Voorlezingen over de verscheidenheid en de overeenstemming der vier evangeliën (1840).

Costa, I. da, Voorlezingen over de waarheid en waardij der schriften van het Oude Testament 01 (1844).

Costa, I. da, Vrijmoedige brieven aan eenen vriend over den tegenwoordigen staat van het lager onderwijs en schoolwezen in het koninkrijk der Nederlanden (1822).

Coster, D., Dostojevski : een essay (1920).

Cowper, W., Opera omnia: dat is, alle theologische wercken (1656).

Cramer, J.A., Abraham Heidanus en zijn Cartesianisme (1889).

Cramer, J.A., Pascal en zijne Gedachten (1905).

Cramer, S. & Pijper, F., Bibliotheca reformatoria neerlandica 01 (1903).

Cramer, S. & Pijper, F., Bibliotheca reformatoria neerlandica 02 (1904).

Cramer, S. & Pijper, F., Bibliotheca reformatoria neerlandica 03 (1905).

Cramer, S. & Pijper, F., Bibliotheca reformatoria neerlandica 04 (1906).

Cramer, S., Zwingli's leer van het godsdienstig geloof (1866).

Creyghton, J., De sendbrief des apostels Pauli tot den Hebreen: ontleedet en kortelijk verklaart (1699).

Cunaeus, P., De Republyk der Hebreen of Gemeenebest der Joden 01 (1705).

Cunaeus, P., De republyk der Hebreen, of gemeenebest der Joden 04 (1735).

D'Outrein, J., De Kerk In Den Rouw, Getroost over het smertelijk verlies (1695).

D'Outrein, J., En korte schets der godlyke waarheden (1691).

D'Outrein, J., Korte schets der godlyke waarheden (1726).

Dalton, H., Johannes a Lasco Bijdrage tot de hervormingsgeschiedenis van Polen, van Duitschland en van Engeland (1885).

Damman, S., Vande eenicheyt die de Remonstranten houden met de gereformeerde kercken ende andere aangaande het stuck der leere begrepen in de vijf articulen (1616).

Daneaus, L., Christelycke antwoorde op den eersten boeck der lasteringhen ende vernieude valscheden van twee apostaten (1583).

Dante Alighieri, Divina commedia. Het paradijs 03 (1864).

Dathenus, P., De CL psalmen van den Profeet David met eenige andere lofzangen uit het ...(1905).

De apologeten Apelles, Aristo, Quadratus, Aristides, Justinus Martyr (1908).

De Eerste Christelijke Gereformeerde Gemeente, 1867-1917 (1917).

De Gereformeerde Amerikaan 05 (1901).

De Gereformeerde Amerikaan 06 (1902).

De Gereformeerde Amerikaan 07 (1903).

De Gereformeerde Amerikaan 10 (1906).

De la Faille, P., Oogen-zalve der calvinisten : tot verlichting der gene die zitten in de duysternissen der doolingen en dwaelingen des ongeloofs ende der ketteryen, of twyffelmoedigheyd der opregte goddelyke religie, en in de donkere schaduwè des doods (1766).

De Vrije Kerk 01-02 (1876).

De Vrije Kerk 03 (1877).

De Vrije Kerk 24 (1898).

Dedekind, G.E.W., Proeve over de werking en invloed der geesten (1820).

Deetman, P., Derde zestal leerredenen (1867).

Defensie Ofte Antwoort Op alle de Lasterlijcke, Godloose Schriften, en Pasquillen, Die dagelijcx uyt komen, en onder de Gemeynte gestroyt worden: tegen goede Regenten, ende eerlijcke Predikanten, als insonderheyt, tegen D. Lotius, D. Teelinck, D. Goethals en D. Sterremont (1651).

Den Bibel, inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (1582).

Descartes, R., Alle de werken. Eerste deel: Principia philosophiae, of Beginselen der wysbegeerte (1690).

Descartes, R., Brieven, aan veele hoog-geagte personen, van verscheide ampten, geschreven: handelende van de over-natuur-kunde, natuur-kunde, zede-kunst, genees-kunst, wis-kunst, zang-kunst, en werk-daad (1692).

Descartes, R., De verhandeling van den mensch en de makinge van de vrugt in 's moeders lichaam (1682).

Descartes, R., Kort begryp der zangkunst (1661).

Descartes, R., Proeven der wys-begeerte: ofte Redenering. Om door bequame middelen de reden wel te leiden. Als mede de verre-gezigtkunde, met een ontwerp van de dierige lichamen, en vorming der vrugt in de baar-moeder. Voorts van de Meet- en Zang-kunst; met een Verantwoording tegens G. Voetius (1692).

Descartes, R., Proeven der wysbegeerte: of Redenering van de middel om de reden wel te beleiden, en de waarheit in de wetenschappen te zoeken; de verregezichtkunde, verhevelingen, en meetkunst (1659).

Dibbits, L., Achttal nagelaten leerredenen (1855).

Die Testamenten der XJJ patriarchen, Jacobs kinderen: hoe elc voor sijn sterven sijn kinderen gheleert ende totter vreesen Godts, ende godtsalighen leven vermaent heeft (1597).

Diepenhorst, P.A., Calvijn en de economie (1904).

Dijksterhuis, E. J., De mechanisering van het wereldbeeld (2006).

Doedes, J.I., 1917: een blik in het jaar negentien honderd zeventien theologisch-kerkelijke spoorweg-mijmering voorlezing nagezien en uitgegeven (1868).

Doedes, J.I., Avondmaalsgids (1857).

Doedes, J.I., De leer der zaligheid: volgens het evangelie in de schriften des nieuwen verbonds (1868).

Doedes, J.I., De theologische studiëngang geschetst (1882).

Doopsgezinde bijdragen 43 (1903).

Doopsgezinde bijdragen 47 (1907).

Doorninck, J.I. van, Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche letteren I (1883).

Doorninck, J.I. van, Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche letteren II (1883).

Dosker, H.E., Levensschets van Rev. A. C. van Raalte (1893).

Douwes, J., Het leven en werken van Dr. William Carey, Evangeliebode onder de heidenen in Bengalen (1856).

Douwes, J., Kerkelijk wetboek de reglementen en verordeningen der Nederlandsche Hervormde Kerk (1905).

Doxy, R.P.A., Oosterlingen. Verklarende lijst der Nederlandsche wooden, die uit het Arabisch, Hebreeuwsch, Chaldeeuwsch, Perzisch en Turksch afkomstig zijn (1867).

Dozy, R.P.A., De Israelieten te Mekka van Davids tijd tot in de vijfde eeuw onzer tijdrekening (1864).

Drelincourt, C., De verborgentheyt der ongerechtigheyt (1645).

Droz, J., Bedenkingen over het christendom, bewyzen zyner waerheid (1848).

Druten, H. van, Geschiedenis der Nederlandsche Bijbelvertaling (1895).

Duitsch, C.S., Jehovah verheerlykt door de erkenning van den waaren Messias Jezus Christus (1767).

Duker, A.C., Gisbertus Voetius 01 (1897).

Duker, A.C., School-gezag en eigen-onderzoek: historisch-kritische studie van den strijd tusschen Voetius en Descartes (1861).

Edelkoort, A.H., De profeet Zacharia een uitlegkundige studie (1945).

Eekhof, A., De questierders van den aflaat in de noordelijke Nederlanden, met onuitgegeven bijlagen (1909).

Een bundeltjen uitgekipte geestelyke gezangen tot dienst aller bond- en gunstgenoten van Jehovah den drieenigen en algenoegzamen God. Vermeerder met enige Nieuwe Gezangen als mede een gedigt over het hinken op twee gedachten (1721).

Elpis: tijdschrift voor kerk en theologie 05 (1861).

Elzenga, G. Verklaring van het Kort Begrip der christelijke religie, voor onze catechisanten (1908).

Emmen, E., De christologie van Calvijn (1935).

en Bibel, inhoudende dat Oude ende Nieuwe Testament (1579).

Engels, R., Geloofs-Roem: de Leer der Regtvaardiging door Geloof in Jezus beschouwd, in het licht van Gods Woord als de Hooftwaarheid des Evangeliums 01 (1835).

Engels, R., Geloofs-Roem: de Leer der Regtvaardiging door Geloof in Jezus beschouwd, in het licht van Gods Woord als de Hooftwaarheid des Evangeliums 02 (1837).

Engelsma, C., Volglyst van predikanten, wie, waar, wanneer (1763).

Ens, J., Kort historisch berigt van de publieke schriften, rakende de leer en dienst der Nederduytze kerken van de Vereenigde Nederlanden, zynde de formulieren van eenigheyt en de liturgie, doorgaans gevoegt agter de psalmboeken die in de zelve kerken gebruykt worden (1733).

Episcopius, S., Antidotum, Ende Naerder Openinghe van het eyghene gevoelen des Nationalen Synodi (1619).

Episcopius, S., Belijdenisse ofte verklaringhe van 't gevoelen der leeraren (1621).

Episcopius, S., De Crachteloosheyt Der Godsalicheyt van de Leer Triglandii (1632).

Episcopius, S., Simonis Episcopii Brief, In de welcke de gront van de Remonstranten aengaande hare Belijdenis naecktelick ontdeckt wort (1620).

Erasmus, D., 't Handt-boeckjen van den christlijcken ridder: Of oeffen-schole van een christlijck soldaet (1645).

Erasmus, D., Colloquia familiaria of gemeensame t' samen-spraken (1634).

Erasmus, D., Colloquia familiaria of gemeensame t' samen-spraken (1644).

Erasmus, D., De lof der zotheid, speelensgewys beschreven. Den laatsten druk vermeerdert met het Heekel-spel van den verrezenen Diogenes (1719).

Erasmus, D., Lof der zotheid (1689).

Erasmus, D., Moriae encomion dat is eenen loff der sotheyt (1584).

Erasmus, D., Moriae encomion, dat is eenen lof der sotheyt (1646).

Erasmus, D., Van de versmaetheydt der werelt, eenen brief. Noch een boecxken van de ghelijckenisse van eender maget ende eenen martelaer (1616).

Erasmus, D., Van die suyverheyt des Tabernakels (1616).

Erbbrink, G.R., Gützlaff, de apostel der Chinezen, in zijn leven en zijne werkzaamheid (1850).

Ernst en vrede maandschrift voor de Nederlandsche Hervormde Kerk 03 (1855).

Ernst en vrede maandschrift voor de Nederlandsche Hervormde Kerk 05 (1857).

Ernst en vrede: maandschrift voor de Nederlandsche Hervormde Kerk 01-02 (1853).

Erskine, R., De ware godsdienst, naar den eisch van het evangelie (1856).

Eusebius Pamphyli, Kerkgeschiedenis 01 (1908).

Eusebius Pamphyli, Kerkgeschiedenis 02 (1908).

Eusebius Pamphyli, Kerkgeschiedenis 03 (1908).

F.B.M., Catechismus der calvinisten met XXXV teghen-strydinghen bevechtende syn-selven (1698).

Feith, R., Proeve van eenige Gezangen Voor den openbaaren Godsdienst (1804).

Felix, J.W., Zestal leerredenen op den dag des Heeren of in bedestonden voor de gemeente gehouden (1859).

Ferree, H., Brinkman, C., Verhandeling Van Den Heidelbergschen Catechismus: Zondag I tot XIII 01 (1786).

Ferree, H., Brinkman, C., Verhandeling Van Den Heidelbergschen Catechismus: Zondag XIV tot XXIV 02 (1786).

Ferree, H., Brinkman, C., Verhandeling Van Den Heidelbergschen Catechismus: Zondag XXV tot XXXVIII 03 (1786).

Ferree, H., Brinkman, C., Verhandeling Van Den Heidelbergschen Catechismus: Zondag XXXIX tot LII 04 (1786).

Floh, J.H., Verhandeling over het onwrikbaar verband dat 'er is tusschen de deugd en het waarachtig geluk (1793).

Foppe Marten ten Hoor, 'Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid door Dr. A. Kuyper, Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit' (1894-5).

Foppe Marten ten Hoor, 'Welk belang heeft de gemeente bij de Theologische wetenschap' (1885).

Foppe Marten ten Hoor, Afscheiding of Doleantie. Een woord tot verdediging en nadere toelichting (1891).

Foppe Marten ten Hoor, Encyclopaedie der Theologie (1909).

Franck, S., Chronica, tijtboeck ende gheschietbibel, van aenbegin tot in dit teghenwoordigh M.D.XXXVI. iaer verlengt (1583).

Francken, W., Johannes Ludovicus Vives, de vriend van Erasums, in zijn leven en als merkwaardig christelijk theoloog en philanthroop der 18e eeuw (1853).

Franssen, H., e.a., De reglementen voor de Nederlandsche Hervormde Kerk en Gods woord (1888).

Frederichs, J., De secte der Loïsten, of, Antwerpsche libertijnen (1525-1545): Eligius Pruystinck (loy de Schaliedecker) en zijne aanhangers (1891).

Fredericq, P., Corpus documentorum Inquisitionis haereticae pravitatis Neerlandicae; verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden 01 (1889).

Fredericq, P., Corpus documentorum Inquisitionis haereticae pravitatis Neerlandicae; verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden 02 (1896).

Fredericq, P., Corpus documentorum inquisitionis haereticae pravitatis neerlandicae. Verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden 03 (1906).

Fredericq, P., Corpus documentorum inquisitionis haereticae pravitatis neerlandicae. Verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden 04 (1900).

Fredericq, P., Corpus documentorum inquisitionis haereticae pravitatis neerlandicae. Verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke inquisitie in de Nederlanden 05 (1902).

Fredericq, P., Geschiedenis der inquisitie in de Nederlanden 01 (1892).

Fredericq, P., Geschiedenis der inquisitie in de Nederlanden 02 (1897).

Fruytier, J., Gerigts handelingen van den alderhoogsten Godt met zyn volk van Nederland: behelzende een verhandelinge van verscheide gewigtige theologische stoffen : met een beknopt historisch verhaal van de oordeelen en wondere goedertierentheden des Heeren (1735).

Furmerius, B.G., Recht ghebruyck ende misbruyck, van tydlycke have van rijckdom, nodruft en ghebreck ick beluyck t'onzaligh misbruyck, mettet zaligh ghebruyck (1585).

Geer, L. de, Onstaan, invoering en ontvangst van den evanglischen gezangenbundel in de ... (1902).

Geert Grote, Den grondt-steen der volmaecktheyt: In-houdende de maniere om door een gheestelijcke doodt ons selfs, te komen tot een goddelijck leven in Christo (1638).

Geesink, W., De nederigen vertroost: twaalf preeken (1908).

Geloof en vrijheid 10 (1876).

Geloof en vrijheid 13 (1879).

Geloof en vrijheid 20 (1886).

Geloof en vrijheid 21 (1887).

Geloof en vrijheid 23 (1889).

Geluk, H., De algenoegzaamheid van Christus' offerande (1948).

Geluwe, A. van, Catalogve ende vervolgh van alle de principaelste reformatevrs ofte voor-loopers des grooten anti-christ (1663).

Geluwe, A., Beghonnen proces ofte Reden-kamp-stryt, tusschen Arnovt van Gelvwe ende Ioannes Maelgie (1658).

Geluwe, A., De verborghen wonderbaere worstelinghe van Esau ende Jacob, seer nut ende dienstigh voor alle weetghierighe curieuse gheesten, die de predestinatie, neuswyselyck met Calvinus willen ondersoecken; waer in dat claer uyt Godts woort aenghewesen wordt, in wat een Godts lasterlycke dwaelinghe (1667).

Geluwe, A., Een onoverwinnelyke schriftmatighe roomsche catholycke belydenisse des geloofs (1654).

Geluwe, A., Eenighe motiven, met noch op-merckenweedighe spoor-slaghen, die Nicolaes Cole beweeght hebben, om de nieu ghereformeerde kercke te verlaten, ende hem te begevn in den schoot vande catholycke kerkce (1659).

Geluwe, A., Het verloren proces, ofte Reden-kamp-struydt tusschen domine Gysbertus Voetius ende Arnoudt van Geluwe (1658).

Gheel Gildemeest, F. van, Morgendauw: Christelijk huisboek (1890).

Glasius, B., Geschiedenis der Christelijke Kerk en godsdienst in Nederland, na het ... 03 (1844).

Glasius, B., Geschiedenis der Nationale synode: in 1618 en 1619 gehouden te Dordrecht, in hare vóórgeschiedenis, handelingen en gevolgen (1860).

Glasius, B., Godgeleerd Nederland biographisch woordenboek van nederlandsche godgeleerden 01 (1851).

Glasius, B., Godgeleerd Nederland biographisch woordenboek van nederlandsche godgeleerden 02 (1853).

Glasius, B., Godgeleerd Nederland biographisch woordenboek van nederlandsche godgeleerden 03 (1856).

Gomarus, F., Accoort Vande Recht-sinnige Leere der voorsienicheyt Gods (1613).

Gravemeijer, E.C., De paulinische leer van de verzoening (1874).

Gravemeijer, H.E., De verloren penning en de verloren zoon. Zestal leerredenen over Lucas XV (1879).

Greijdanus, S., Menschwording en vernedering: hist.-crit. studie. Grieksche Auteurs van de "Patres Apostolici" tot het Concilie van Chalcedon (451) (1903).

Grevinchoven, C., Collatio pontificia, dat is, Verghelijckinghe des pausdoms, met het oude Roomsche heydendom: Ooc een korte tweede verantwoordinge ... op de tweede Apologie ende Dialogen, des Jesuijts Franc. Costeri (1599).

Grevinchoven, N., Amsterdamsche Beroerte, Dat is, Waerachtigh Verhael, van den Oproer die Paesch-maendagh lest-leden binnen Amsterdam is voor-ghevallen (1626).

Groe, Th. van der, Brieven van Theodorus van der Groe (1838).

Groe, Th. van der, Predikatien over het lijden van Onzen Heere Jezus Christus (1842).

Groen van Prinsterer, G., De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het staatsregt getoest (1837).

Groen van Prinsterer, G., Het regt der hervormde gezindheid (1848).

Groen van Prinsterer, G., Narede van vijfjarigen strijd (1855).

Groen van Prinsterer, G., Verspreide geschriften 02 (1860).

Groen van Prinsterer, G., Vrijheid, Gelijkheid, broederschap toelichting van de spreuk der revolutie (1848).

Groen, J.J. Ethica en ethologie : Spinoza's leer der affecten en de moderne psycho-biologie (1972).

Groenewegen, H., Uytlegginge van de zendbrief aan de Hebreen (1679).

Groenewegen, J., De lofzangen Israels waaronder de Heere woont zijnde eenige geestelijke ... (1861).

Groot, H. de, Inleydinge tot de hollandsche Regts-geleertheyt (1652).

Groot, J.V., Denkers van onzen tijd Herbert Spencer, Em. du Bois-Reymond, Louis Pasteur, Ferdinand Brunetière, John Henry Newman (1910).

Grotius, H., Bewys van den waren godsdienst: Mitsgaders zyne andere stichtelyke gedichten, en gesangen. Met eenige korte aanteekeningen, en aanwyzingen van schriftuurplaatzen verklaart, en vermeerdert (1683).

Gunning, J.H., Christus de Gekruisidge voor en in ons (1862).

Gunning, J.H., De heilige schrift, Gods woord andwoord aan Dr. A. Kuyper op zijn Confidentie (1873).

Gunning, J.H., Lijden en Heerlijkheid (1876).

Gunning, J.H., Spinosa en de Idee der Persoonlijkheid. Eene Studie (1876).

Gunning, J.H., Spinoza en de idee der persoonlijkheid (1919).

Haar, B. ter, Wie was Jezus Tiental voorlezingen over het leven van Jezus door Ernest Renan (1864).

Haar, H.W. ter, Jacobus Trigland (1891).

Haentjens, A.H., Simon Episcopius als apologeet van het Remonstrantisme in zijn leven en werken geschetst (1899).

Hagenbach, K.R., De christelijke kerk in de drie eerste eeuwen 01 (1853).

Halbertsma, J.H., De Doopsgezinden en hunne herkomst eene ruwe schets (1843).

Hall, M.C. van, Regtsgeleerde verhandelingen en losse geschriften (1838).

Hana, H.J., Kampioenen des Christendoms [microform] tafreelen uit de vervolging der zendelingen in China (1902).

Handelingen van de Algemeene Christelijke Synode der Hervomde Kerk (1837).

Handelingen van de Algemeene Christelijke Synode der Hervomde Kerk (1850).

Handelingen van de Algemeene Christelijke Synode Der Hervormde Kerk (1823).

Handelingen van de Algemeene Christelijke Synode der Hervormde Kerk 1816 (1821).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1854).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1856).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1857).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1860).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1879).

Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1880).

Hartog, J., Geschiedenis van de predikkunde en de evangelieprediking in de protestantsche kerk van Nederland (1865).

Hase, K. von, Het rijk der wederdoopers eene bijdrage tot de geschiedenis der ... (1854).

Hasebroek, J.P., Gebeden voor het huisgezin oorspronkelijk en vertaald (1857).

Hasebroek, J.P., Twaalftal leerredenen (1883).

Heel, W.F.C.J. van, Campegius Vitringa Sr. als godgeleerde beschouwd (1865).

Heerspink, J.B.F., Dr. P. Hofstede de Groot's leven en werken (1898).

Heinsius, D., Lof-sanck van Jesus Christus den eenigen ende eeuwigen Sone Gods, met noodelicke uytleggingen (1618).

Heinsius, D., Lof-sanck van Jesus Christus, den eenigen ende eeuwigen Sone Godes. Ende zyne andere Nederduytse poemata. Nieuwelijcks oversien, vermeerdert, ende verbetert (1622).

Heinsius, D., Monsterken van de ontrouwicheyt ende notoire leugenen der genoemde remonstanten tegens Daniel Heinsius (1630).

Hellenbroek, A., Korte en eenvoudige catechisatie over het voorbeeld der goddelijke waarheden (1868).

Hengel, W.A. van, Vijf brieven over Das leben Jesu, kritisch bearbeitet von dr. d. F. Strauss (1847).

Hermes Waerseggher, Vermaen-Brief aen die vier nieu Philisteynsche Reusen (alias Gheusen). Gilbertus Voetius, Godefridus Odemans, Henricus Swalmius, en Samuel Everswyn (1630).

Herodoot van Halikarnassus. Negen boeken der historien gezegt de musen (1665).

Hertog, G. jr, Het kwaad zit nog dieper. Iets over de diepere oorzaak van het Leergeschil (1950).

Het 50 jarig bestaansfeest der eerste Chr. geref. kerk te Zeeland (1912).

Het Nieuwe Testament: van wege de Algemeene synode der Nederlandsche Hervormde Kerk (1868).

Heyden, C. van der, Corte instruccye, ende onderwijs hoe een iegelic mensche met God ende zynen evennaesten schuldigh es ende behoord te leven (1545).

Heyningen, H. van, Bijbeloefening over den Brief van Paulus aan de Epheziërs (1830).

Hieronymus, De brieven van den H. Hieronimus 01 (1707).

Hieronymus, De brieven van den H. Hieronimus 02 (1707).

Historische schets van de Gemeente Graafschap, Mich. der Chr. Geref. Kerk (1917). ...

Hodge, C., Principle of Protestantism as related to the present of the Church [review] (1845).

Hoedemaker, P.J. De Christelijke Feesten en de Lijdensgeschiedenis Beelden, gedachten ...(1904).

Hoedemaker, P.J., De nood ons opgelegd leerrede uitgesproken op 16 Februari 1908 in de ... (1908).

Hoedemaker, P.J., De verhouding der ethiek tot de dogmatiek en de practijk der godzaligheid (1881).

Hoekstra, S., Grondslag, wezen en openbaring van het godsdienstig geloof: volgens de Heilige Schrift (1861).

Hoeven, A. des Amorie van der, Het tweede eeuwfeest van het Seminarium der Remonstranten te Amsterdam op den 28 October 1834 ... (1840).

Hofstede de Groot, C.P., De Oud-Catholieke Beweging in het licht der kerkgeschiedenis (1877).

Hofstede de Groot, P., De Groninger Godgeleerden in hunne eigenaardigheid toespraak aan zijne vroegere en ... (1855).

Hofstede de Groot, P., De zending in China, volgens 't geen K. Gützlaff, den 18 April 1850, daarvan te Groningen mededeelde. Benevens eenige woorden over de noodwendigheid der zending, vooral over die in China in onzen tijd (1850).

Hofstede, P., Korte historie van de Synode Nationaal (1776).

Hofstede, P., Oost-indische kerkzaken zoo oude als nieuwe meest alle, uit oorspronglyke en ongedrukte stukken ... II (1780).

Homerus, De Dooling van Ulisses (1651).

Homerus, Odyssea. Dat is de dolinge van Vylysse. Beschreven int Griecx, nu eerstmael uyt het Latijn in Rym verduytscht (1605).

Hommius, F., Oordeel des synodi nationalis der gereformeerde kercken (1619).

Honig, A.G., Alexander Comrie (1892).

Hoof, J.A., Geloofs Belydenis (1688).

Hooft, P.C., Nederlandsche historiën, 03 (1844).

Hooft, P.C., Nederlandsche historiën, 05 (1848).

Hoog, I.M.J., e.a., De martelaren der Hervorming in Nederland tot 1566 (1885).

Hooijer, C., Oude kerkordeningen der Nederlandsche hervormde gemeenten (1563-1638). en het ... (1865).

Hooykaas, I., Geschiedenis der beoefening van de wijsheid onder de Hebreën (1862).

Horning, H.A., Spreuken en spreekwoorden op het godsdiensdtig leven toegepast (1900).

Höveker, H., Verslag aan de Hervormde gemeente van de bijeenkomst op 18 Augustus 1848 (1848).

Huisman, H., Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst : in overeenstemming met Gods woord, de belijdenisschriften, Calvijn en andere onzer Geref. vaderen, en daarmede vergeleken de beschouwingen van Dr. Kuyper (1906).

Huizinga, J., Herfsttij der Middeleeuwen

Hulsius, P., Verklaring van de brief van den apostel Paulus aan den Hebreen in hondert en vyf kerkredenen in de academiekerk van Groningen uitgesproken, 02 (1725).

Hulsman, G., Moderne Wetenschap of Bijbelsche traditie? Beoordeeling van Ds. Zeydners referaat over de houding des evangeliedienaars ten opzichte van het Oude Testament (1897).

Hylkema, C.B., Oud- en nieuw- Calvinisme een vergelijkende geschiedkundige studie (1911).

Hylkema, C.B., Reformateurs Geschiedkundige studiën over de godsdienstige bewegingen uit de nadagen onzer ... I (1900).

Hylkema, C.B., Reformateurs Geschiedkundige studiën over de godsdienstige bewegingen uit de nadagen onzer ... II (1902).

Italie, H., Leercursus der Hebreeuwsche taal voor scholen en zelfoefening (1905).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 01 (1845).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 02 (1845).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 03 (1846).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 05 (1847).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 06 (1848).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 07 (1849).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 08 (1850).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 09 (1851).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 10 (1852).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 11 (1853).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 12 (1854).

Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 13 (1856).

Jaarboekje ten dienste de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika 30 (1910).

Jaarboekje ten dienste de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika 31 (1911).

Jaarboekje ten dienste de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika 32 (1912).

Jaarboekje ten dienste de Christelijke Gereformeerde Kerk in Noord Amerika 24 (1904).

Jacobs, D., De verhouding tusschen de plaatselijke en de algemeene kerk in de eerste drie eeuwen (1927).

Janssen, H.Q., Catalogus van het oud synodaal archief (1878).

Janssen, H.Q., De kerkhervorming in Vlaanderen 01 (1868).

Janssen, H.Q., De kerkhervorming te Brugge Een historisch tafereel voor Christenen...(1856).

Janssen, H.Q., Jacobus Praepositus, Luthers leerling en vriend geschetst in zijn lijden en strijden voor de ... (1862).

Janssonius, R.B., Geschiedenis van het kerkgezang by de hervormden in Nederland (1863).

Jong, J.J. de, Apologetiek en Christendom in den Octavius van Minucius Felix (1935).

Jong, P. De Prediker (1861).

Jonker, A.J.T., De berichten van de Handelingen der Apostelen omtrent de gevangenschap van ... (1877).

Joris, D., Een Cort ende Leerlijck Tractaat, waet in verhandelt wert, wat dat woort Duyvel sy (1616).

Kampen, N.G., e.a., Drietal levensbeschrijvingen van beroemde mannen [Joannes Drusius, Willem ... (1840).

Kappeyne van de Coppello, J., Rudimenta der Grieksche taal (1828).

Keizer, G., Uit de geschiedenis der Gereformeerde Kerken Vuren, Herwijnen, Ommeren ... (1905).

Kemp, C.M. van der, Beoordeeling van het geschil over de maatregelen tegen de afgescheidenen (een wederlegging van het geschrift des heeren Van Appeltere) (1838).

Kemp, C.M. van der, De eere der Nederlandsche Hervormde Kerk: gehandhaafd tegen Ypey en Dermout: geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk 01 (1830).

Kemp, C.M. van der, De eere der Nederlandsche Hervormde Kerk: gehandhaafd tegen Ypey en Dermout: geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk 02 (1830).

Kemp, C.M. van der, De eere der Nederlandsche Hervormde Kerk: gehandhaafd tegen Ypey en Dermout: geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk 03 (1833).

Kemp, J.T. van der, De Theodicée van Paulus: of, De rechtvaardigheid Gods door het Evangelium uit het geloof, aangetoond tot geloof, in eenige aanmerkingen op deszelfs Brief aan de Romeinen 01 (1799)

Kerkelyk hantboekje. Zeer dienstig en nodig voor predikanten en kerkenraden. Veel vermeerdert en met een voorreden verrykt in welke de opkomst, noodzakelykheid en nuttigheid van de kerkelyke vergaderingen uit de oudheid en kerkelyke historien wordt aangetoont en opengelegt (1738).

Kerkenraad der Gereformeerde Gemeente te Veenendaal, Verslag van de vergadering met bezwaarde vrienden (1950).

Kesteren, J.C. Theologische curiositeiten (1824).

Keyzer, S., Handboek voor het Mohammedaansch regt (1853).

Kirberger, W.H., Stemmen voor waarheid en vrede (1874).

Kist, N.C., Redevoering over de Grieksche Kerk als een getuige der Goddelijke voorzienigheid, uit het Latijn vertaald door H.M.C. van Oosterzee (1854).

Klaarbout, C., Mozes aloude schaduwleer (1774).

Klap, P.A., Het godsdienstig-zedelijk leven der Christenen gedurende de zes eerste eeuwen volgens de Acta Conciliorum (1892).

Kleyn, H.G., Jacobus Baradaës de stichter der Syrische Monophysietische kerk (1882).

Kleyn, H.G., Zes leerredenen tot een aandenken aan de Hervormde gemeente te Hooge ... (1889).

Klinkhamer, G., Leerzaame zinnebeelden, en Bybel-stoffen : bestaande in Het leven van den propheet Elisa, Moses aanspraak aan Israël, en De verheugde Zacharias (1756).

Kluit, A., De beschrijving van den Keizer Augustus bij Christus geboorte niet geschied 01 (1774).

Kluit, A., De beschrijving van den Keizer Augustus bij Christus geboorte niet geschied 02 (1774).

Knuttel, W.P.C., Acta der particuliere synoden van Zuid-Holland, 1621-1700 01 (1908).

Knuttel, W.P.C., Balthasar Bekker, de bestrijder van het bijgeloof (1906).

Knuttel, W.P.C., Catalogus van de pamfletten-verzameling berustende in de Koninklijke Bibliotheek 01 (1889).

Knuttel, W.P.C., Catalogus van de pamfletten-verzameling berustende in de Koninklijke Bibliotheek 02 (1895).

Knuttel, W.P.C., De toestand der nederlandsche katholieken ten tijde der republiek 01 (1892).

Knuttel, W.P.C., De toestand der nederlandsche katholieken ten tijde der republiek 02 (1894).

Knuttel, W.P.C., Nederlandsche bibliographie van kerkgeschiedenis 03 (1889).

Knuttel, W.P.C., Verboden boeken in de republiek der Vereenigde Nederlanden (1914).

Koelman, J., Het vergift van de cartesiaansche philosophie (1692).

Koelman, J., Het vervolg van het vergift van de Cartesiaansche philosophie, in veelvuldige dwalingen en ketteryen van een Cartesiaan, Willem Deurhof (1684).

Koetsveld, C.E., De gelijkenissen van den zaligmaker 02 (1869).

Koffyberg, H., Opruiing. Open brief aan Dr. A. Kuyper naar aanleiding van de critiek op mijn brochure Gij, Calvinisten

Kohlbrügge, H.F., Betrachting over het eerste kapittel van het evangelium van Mattheus (1860).

Kohlbrügge, H.F., Handelingen der apostelen, hoofdstuk 2-10: in vijf en twintig leerredenen (1897).

Kohlbrügge, H.F., Het lidmaatschap bij de hervormde gemeente hier te lande mij willekeurig belet. Vooraf gaat mijne afzetting als Lutherse proponent (1833).

Kohlbrügge, H.F., Onze Heer voor Kajafas en Pilatus: vier leerredenen (1862).

Kohlbrügge, H.F., Zes leerredenen over het eerste hoofdstuk van den brief van Paulus aan de Hebreën (1851).

Kohlbrügge, H.F., Zeven leerredenen over het derde hoofstuk van den profeet Zacharia (1849).

Kok, R., 'De prediking van de beloften des evangelies' (1952).

Kok, R., 'Prediking van Gods beloften. Gedrukt, geschrapt, getoetst, gestraft, gerechtvaardigd' (1956).

Kok, R., 3-Tal leerredenen (tussen 1915 en 1925).

Kok, R., De afscheidspredikantie te Aagtekerke en de intreepredikatie te Gouda (1925).

Kok, R., De hulpe des geloofs (1947).

Kok, R., De ontwaakte Boaz (ca. 1945).

Kok, R., De raad van Bileam (1947).

Kok, R., Dierbare beloften voor goddeloozen, die verre van gerechtigheid zijn (1950).

Kok, R., Elia de man Gods (tussen 1930 en 1950).

Kok, R., Heerlijke tijden (1947).

Kok, R., Het aanbod van Gods genade gepredikt en verdedigd door onze reformatorische vaderen (1949).

Kok, R., Het huis mijns Vaders (1946).

Kok, R., Het kruisvangelie. Een achttal Lijdenspredicaties (1948).

Kok, R., Mijn vader, mijn vader, wagen Israëls en zijne ruiteren (1928).

Kok, R., Nederlands opkomst uit de zee van het oorlogswee (ca. 1945).

Kok, R., Onze conscië«ntie (tussen 1930 en 1958).

Kok, R., Tweede drie-tal leerredenen (tussen 1915 en 1925).

Kok, R., Vragen en antwoorden bij de Heidelbersche Catechismus en bij Bunyan's Christenreis (tussen 1962 en 1966).

Kok, R., Zoo grote zaligheid (1947).

Korte historie van de Chr. Geref. kerk te Holland, Central Ave (1905).

Koster, W., Kant's noumenale wereld en de zinnelijke waarnemingen (1907).

Kotting, J.L., Twaalftal leerredenen (1844).

Kraemer, H., De strijd over Bali en de zending een studie en een appèl (133).

Krom, H.J., Zegepraal der waarheid over het ongeloof blijkbaar in de bekeering van den heer Joh. Theod. van der Kemp, med. doct. en in de wijze van zijne roeping tot den evangelie-dienst onder de heidenene zijnde een uitrekzel uit zijn eigen dagregister (1801).

Kromsigt, J.C., Wilhelmus Schortinghuis. Eene bladzijde uit de geschiedenis van het pietisme in de Gereformeerde kerk van Nederland .. (1904).

Kruijf, E.F., Geschiedenis van de opkomst en den ondergang der Gallicaansche kerk (1883).

Krull, A.F., Jacobus Koelman eene kerkhistorische studie (1901).

Kuenen, A., De godsdienst van Israël tot den ondergang van den Joodschen Staat. (De voornaamste godsdiensten). 01 (1869).

Kuenen, A., De profeten en de profetie onder Israël historisch-dogmatische studie (1875).

Kuijper Hz., G. De assyrisch-iranische mogendheid (1250 tot 500 J.v. Chr.) (1856).

Kuiper, B.K., Ons Opmaken en Bouwen (1918).

Kuiper, J.P., Geschiedenis van het Christelijk lager onderwijs in Nederland, 16 n.Chr. - 1904 (1904).

Kurtz, J.H., Examinatorium in de kerkgeschiedenis ontworpen naar het beknopt leerboek (1874).

Kuyper, A. jr., De band des verbonds (1907).

Kuyper, A. jr., Johannes Maccovius (1899).

Kuyper, A. jr., Van de kennisse Gods (1907).

Kuyper, A., "Ons program" (1879).

Kuyper, A., "Ons program" (1880).

Kuyper, A., Afwerping van het juk der Synodale Hiërarchie (1886).

Kuyper, A., Alzoo zal het onder u niet zijn (1886).

Kuyper, A., Antirevolutionair ook in uw huisgezin (1880).

Kuyper, A., Antirevolutionaire staatkunde : met nadere toelichting op Ons program 01 (1916).

Kuyper, A., Antirevolutionaire staatkunde : met nadere toelichting op Ons program 02 (1917).

Kuyper, A., Bede om een dubbel Corrigendum, aan A.W. Bronsveld (1880).

Kuyper, A., Bedoeld noch gezegd. Schrijven aan Dr. J.H. Gunning (1885).

Kuyper, A., Calvinisme en revisie (1891).

Kuyper, A., Confidentie. Schrijven aan den weled. Heer J. H. van der Linden (1873).

Kuyper, A., Conservatisme en orthodoxie. Valsche en ware behoudzucht; afscheidsrede uitgesproken in de Domkerk te Utrecht, 31 Juli 1870 (1870).

Kuyper, A., Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict volgens opdracht van de geschorste leden van den kerkeraad in gereedheid gebracht (1886).

Kuyper, A., Dagen van goede boodschap 01 (1887).

Kuyper, A., Dagen van goede boodschap 02 (1887).

Kuyper, A., Dagen van goede boodschap 03 (1887).

Kuyper, A., Dagen van goede boodschap 04 (1887).

Kuyper, A., De Christelijk-nationalen op de vergadering van 'Schoolverbond' artikelen (1870).

Kuyper, A., De Christus en de sociale nooden en democratische klippen (1895).

Kuyper, A., De crisis in Zuid-Afrika (1900).

Kuyper, A., De drie formulieren van eenigheid (1894).

Kuyper, A., De Drie Formulieren van Eenigheid met de kerkorde, gelijk die voor de Gereformeerde Kerken dezer landen zijn vastgesteld in haar laatsgehouden Nationale Synode (1883).

Kuyper, A., De engelen Gods (1900).

Kuyper, A., De gemeene gratie 01 (1902).

Kuyper, A., De gemeene gratie 02 (1902).

Kuyper, A., De gemeene gratie 02 (1902).

Kuyper, A., De gemeene gratie 03 (1902).

Kuyper, A., De gemeene gratie 03 (1905).

Kuyper, A., De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor de gemeente des levende Gods (1881).

Kuyper, A., De kerkelijke goederen (1869).

Kuyper, A., De leer der onsterfelijkheid en de staatsschool (1870).

Kuyper, A., De leer der Verbonden : stichtelijke bijbelstudiën (1909).

Kuyper, A., De leidsche Professoren en de Executeurs der Dordtsche Nalatenschap. Verweerschrift (1879).

Kuyper, A., De meiborn in de kap. Openingswoord ter deputaten-vergadering van 24 April 1913 (1913).

Kuyper, A., De menschwording Gods het levensbeginsel der kerk. Intrerede uitgesproken in de Domkerk te Utrecht den 10en november 1867 (1867).

Kuyper, A., De Nuts Beweging (1869).

Kuyper, A., De Scherpe Resolutie en het decretum horribile (1875).

Kuyper, A., De schoolkwestie (1875).

Kuyper, A., De schoolwet voor de vierschaar van Europa (1875).

Kuyper, A., De twaalf patriarchen. Bijbelsche karakterstudiën (1887).

Kuyper, A., De vleeschwording des woords (1887).

Kuyper, A., De werking van artikel 23 (1869).

Kuyper, A., De wortel in de dorre aarde openingsrede rer deputatenvergadering van 2 November 1916 (1916).

Kuyper, A., Der Jongelingen sieraad is hun kracht feestrede bij het jubileum van den Bond van Gereformeerde Jongelingsvereenigingen op 30 April 1913 te 's-Gravenhage (1913).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 01 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 02 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 03 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 04 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 05 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek 06 (1891).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek college-dictaat van een der studenten 01 (1910).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek college-dictaat van een der studenten 02 (1910).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek college-dictaat van een der studenten 03 (1910).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek college-dictaat van een der studenten 04 (1910).

Kuyper, A., Dictaten dogmatiek college-dictaat van een der studenten 05 (1910).

Kuyper, A., Dr. Kuyper voor de Synode eene bijdrage tot de kennis van onze synodale organisatie (1886).

Kuyper, A., E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen catechismus 01 (1892).

Kuyper, A., E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen catechismus 02 (1892).

Kuyper, A., E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen catechismus 03 (1892).

Kuyper, A., E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen catechismus 04 (1892).

Kuyper, A., e.a., De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden (1870).

Kuyper, A., e.a., Gereformerde kerkelijk congres. Het juk der tweede hierarchie, drie referaten, op den 11 den Januari 1887 in Frascati voorgedragen (1887).

Kuyper, A., Een geloofsstuk (1912).

Kuyper, A., Een perel in verkeerde schelp. Dr. Pierson's jongste gidsartikel (1871).

Kuyper, A., Eenheid. Rede, ter bevestiging van Ds. P. van Son, gehouden 31 Augustus 1873 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1873).

Kuyper, A., Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 (1890).

Kuyper, A., Eenvormigheid, de vloek van het moderne leven (1869).

Kuyper, A., Eer is teer tegen Mr. W.H. de Beaufort's gidsartikel De deputatenvergadering (1889).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 01 (1894).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 01 (1908).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 02 (1894).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 02 (1908).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 03 (1894).

Kuyper, A., Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid 03 (1908).

Kuyper, A., Evolutie. Rede, bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije universiteit op 20 October 1899 (1899).

Kuyper, A., Ex ungue leonem, ofte, Dr. Doedes' Methode van symbool intlegging op cen enkel cardinal punt geoetst (1882).

Kuyper, A., Gedenkboek opgedragen door het feestcomité aan Prof. Dr. A. Kuyper bij zijn vijf en twintigjarig jubileum als hoofdredacteur van De Standaard 1872 1 April 1897 (1897).

Kuyper, A., Geworteld en gegrond. De kerk als organisme en instituut (1870).

Kuyper, A., Gomer voor den sabbath; meditatien over en voor den sabbath (1889).

Kuyper, A., Grieven tegen de schoolwet en het geheim verraden (1875).

Kuyper, A., Handenarbeid (1889).

Kuyper, A., Heilige orde rede in den bond van antirevolutionaire kiesvereenigingen te Amsterdam gehouden op 30 mei 1913 (1913).

Kuyper, A., Het beroep op het volksgewetern rede ter opening van de Algemeene vergadering der vereeiging voor Christelijk Nationaal-Schoolonderwijs (1869).

Kuyper, A., Het Calvinisme en de Kunst (1888).

Kuyper, A., Het Calvinisme zes Stone-lezingen in October 1898 te Princeton (N.J.). gehouden (1898).

Kuyper, A., Het Calvinisme, oorsprong en waarborg onzer constitutineele vrijheden. Een nederlandsche gedachte (1874).

Kuyper, A., Het conflict gekomen 01 (1886).

Kuyper, A., Het conflict gekomen 02 (1886).

Kuyper, A., Het conflict gekomen 03 (1886).

Kuyper, A., Het dreigend conflict. Memorie van de volmachtigde commissie uit den Amsterdamschen kerkeraad ter voorlichting der gemeente in zake de attesten (1886).

Kuyper, A., Het graf leerrede, uitgesproken aan den avond van goedevrijdag in de beurt van wijlen Ds. D. Gildemeester (1869).

Kuyper, A., Het modernisme een fata morgana op christelijk gebied; lezing (1871).

Kuyper, A., Het redmiddel (1875).

Kuyper, A., Het vergrijp der zeventien ouderlingen (1872).

Kuyper, A., Het werk van den Heiligen Geest 01 (1888).

Kuyper, A., Het werk van den Heiligen Geest 02 (1888).

Kuyper, A., IJzer en leem rede ter inleiding op het gebed voor de eenige hoogeschool hier te lande, die op Gods woord gegrond staat ... (1885).

Kuyper, A., Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor een Faculteit der Theologie (1890).

Kuyper, A., Kerkeraads-protocollen der Hollandsche gemeente te London, 1569-1571 (1870).

Kuyper, A., Kerkvisitatie te Utrecht in 1868, met het oog op den kritieken toestand onzer kerk (1868).

Kuyper, A., Laatste woord tot de conscientie van de leden der synode door de vervolgde leden van den kerkeraad van Amsterdam (1886).

Kuyper, A., Liberalisten en Joden (1878).

Kuyper, A., Maranatha rede ter inleiding van de deputaten-vergadering gehouden te Utrecht op 12 Mei 1891 (1891).

Kuyper, A., Nadere verklaring (1909).

Kuyper, A., Nog in den band van voorheen [aan zijne excellentie Dr. A. Kuyper (1917).

Kuyper, A., O, God! wees mij zondaar genadig! leerrede op den laatsten dag van 1870 gehouden (1871).

Kuyper, A., Om de oude wereldzee 01 (1907).

Kuyper, A., Om de oude wereldzee 02 (1908).

Kuyper, A., Onnauwkeurig. Aan het vaderland in zake Mr. W.H. de Beaufort's verweerschrift (1889).

Kuyper, A., Ons huis. Leerrede, gehouden den 18den Augustus 1873, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1873).

Kuyper, A., Onze eeredienst (1911).

Kuyper, A., Parlementaire redevoeringen 01 (1908).

Kuyper, A., Parlementaire redevoeringen 02 (1908).

Kuyper, A., Parlementaire redevoeringen 03 (1908).

Kuyper, A., Parlementaire redevoeringen 04 (1908).

Kuyper, A., Plancius-rede (1884).

Kuyper, A., Pro rege of, Het koningschap van Christus 01 (1911).

Kuyper, A., Pro rege of, Het koningschap van Christus 02 (1911).

Kuyper, A., Pro rege of, Het koningschap van Christus 03 (1911).

Kuyper, A., Proeve van pensioenregeling voor werklieden en huns gelijken (1895).

Kuyper, A., Revisie der revisie-legende (1879).

Kuyper, A., Scolastica II. Om het zoeken of om het vinden? Of het doel van echte studie (1857).

Kuyper, A., Separatie en Doleantie (1890).

Kuyper, A., Sion door recht verlost. Tijdrede (1887).

Kuyper, A., Sociale organisatie onder eigen banier (1900).

Kuyper, A., Souvereiniteit in eigen kring rede ter inwijding van de vrije Universiteit ... (1880).

Kuyper, A., Souvereiniteit in eigen kring. Rede ter inwijding van de vrije Universiteit den 20sten October 1880 gehouden in het koor der nieuwe kerk te Amsterdam (1880).

Kuyper, A., Starrentritsen (1915).

Kuyper, A., Strikt genomen het recht tot universiteitsstichting, staatsrechtelijk en historisch getoetst (1880).

Kuyper, A., Tractaat van de reformatie der kerken aan de zonen der reformatie hier te lande op Luthers vierde eeuwfeest (1884).

Kuyper, A., Tractaat van den Sabbath historische dogmatische studie (1890).

Kuyper, A., Tweeërlei vaderland ter inleiding van de zevende jaarvergadering der Vrije Universiteit (1887).

Kuyper, A., Uit het diensthuis uitgeleid rede te Leeuwarden, te Groningen en te Rotterdam gehouden (1912).

Kuyper, A., Voor de Synode eene bijdrage tot de kennis von onze synodale organisatie (1886).

Kuyper, A., Voor een distel een mirt geestelijke overdenkingen bij den heiligen doop, het doen van belijdenis en het toegaan tot het heilig avondmaal (1891).

Kuyper, A., Vrijheid. Rede. Ter bevestiging van Dr. Ph. S. van Ronkel, gehouden den 23 Maart 1873, in de nieuwe kerk (1873).

Kuyper, A., Vrijmaking der kerk (1869).

Kuyper, A., Wat moeten wij doen het stemrecht aan ons zelven houden of den kerkeraad machtigen vraag bij de uitvoering van art. 23 (1867).

Kuyper, A., Welke zijn de vooruitzichten voor de Studenten der Vrije Universiteit (1882).

Kuyper, A., Wij, Calvinisten openingswoord ter Deputaten-Vergadering van 22 April 1909 (1909).

Kuyper, H.H., De opleiding tot den dienst des woords bij de gereformeerden (1891).

Kuyper, H.H., Is de authentieke tekst der liturgie in 1586 of in 1619 vastgesteld antwoord aan L.A. van ... (1902).

Labadie, J. de, Kort-Begryp van't rechte en ware christendom of gewigtige grondregels betreffende beyde het recht christelicke geloove en de ware godsaligheyt (1685).

Lampe, F.A., Inleyding tot de verborgentheid van het genade-verbondt ten dienste der jeugdt, die begeerig is ... (1779).

Lange, H. de, Tekst-register op de theologische werken van A. Kuyper (1897).

Langeraad, L.A. van, Guido de Bray, zijn leven en werken bijdrage tot de geschiedenis van het ... (1884).

Le Roy, D., Oordeelkundige aanmerkingen over de dansseryen, zoo der oude als latere volkeren, uit haar voornaamste grondbeginselen en in haar wezentlykste byzonderheden betoogt, met betrekking tot ons hedendaagsche christendom (1722).

Leeuwen, E.H. van, De parousie-verwachting in het Nieuwe Testament (1898).

Leeuwen, E.H. van, De staat in het licht des Christendoms (1886).

Leeuwen, E.H. van, Prolegomena van Bijbelsche Godgeleerheid (1890).

Leeuwen, E.H. van, Teekenen der tijden voor Kerk en Theologie een woord ter opening zijner Academische lessen van ... (1901).

Leeuwen, J.A.C. van, De joodsche achtergrond van den brief aan de Romeinen (1894).

Leeuwen, J.A.C. van, Erasmus (1914).

Leibnitz, G.W., Proef eener nederduitsche vertaling van de Essais de Theodicée. Behelzende de voorafgaande verhandeling over de overeenkomst van het geloof met de reden. Als mede de voorrede van de Heer Leibnitz (1763).

Leibnitz, G.W., Théodicée of Proeven over gods goedheid, 's menschen vryheid, en den oorsprong van het kwaad (1782).

Lennep, M.F. van, De hervorming in Spanje in de zestiende eeuw (1901).

Lennep, M.F. van, Gaspar van der Heyden, 1530-1586 (1884).

Limborgh, E.H., Alcuinus als bestrijder van het adoptianisme (1901).

Lind van Wijngaarden, J.D. de, De Dordtsche leerregels of de vijf artikelen tegen de Remonstranten ...(1905).

Linde, A. van der, Benedictus Spinoza bibliografie (1871).

Linde, A. van der, David Joris, bibliografie (1867).

Linde, A. van der, Michael Servet, een brandoffer der gereformeerde inquisitie (1891).

Locke, J., Over de opvoeding der kinderen (1753).

Loeff, G.M.C., De nederlandsche kerkgeschiedschrijver Geeraardt Brandt (1864).

Loosjes, A., Louise de Coligny (1803).

Los, F.J., Wilhelmus à Brakel (1892).

Lulofs, J., Lijk-Rede Over Den Hoog-Eerwaerden heer Johan van den Honert T.H. zoon. Vermeerderd met eene voor-rede, behelzende eenige aenmerkingen op het gedrag van den heer Antonius van der Os (1758).

Luther, M., Servum arbitrium, dat is: de knechtelijcke wille: verklarende, dat de vrye wille niet is, Geschreven tegen Erasmus van Rotterdam (1646).

Luzac, J., Verzameling van Stukken : betreffende het gedrag der curateuren van Holland's universiteif te Leyden, in de jaaren 1796. en 1797 (1797).

Lyell, C., De geologische bewijzen voor de oudheid van het menschelijk geslacht, en aanmerkingen op de leer van het ontstaan der soorten door verandering (1864).

Marnix: protestantische stemmen 03 (1901).

Marnix: protestantische stemmen 06 (1904).

Maronier, J.H., Jacobus Arminius een biografie (1905).

Matthes, J.C., De Israëlietische Profeten (1905).

Meer, B. van, De synode te Emden, 1571 (1892).

Meiners, E., Oostvrieschlandts kerkelyke geschiedenisse; of, Een historisch en oordeelkundig verhaal van het ... 01 (1738).

Meiners, E., Oostvrieschlandts kerkelyke geschiedenisse; of, Een historisch en oordeelkundig verhaal van het ... 02 (1739).

Meinsma, K.O., Spinoza en zijn kring historisch-kritische studiën over Hollandsche vrijgeesten (1896).

Mel, C., De geopende genade-throon; of, voortreffelyke kerk-redenen, 01 (1751).

Mel, C., De geopende genade-throon; of, voortreffelyke kerk-redenen, 02 1751).

Meppen, K.N., Feestviering der Evangeliesch-luthersche gemeente te 's-Gravenhage op den ...(1862).

Merle d 'Aubigne, J. H., Kerkredenen uit het Fransch vertaald en met vermeerderde aanteekeningen (1833).

Meyjes, E.J.W.P., Jacobus Revius, zijn leven en werken (1895).

Micron, M., De kleyne catechismus, oft kinder leere der Duytscher ghemeynte van Londen (1561).

Mije KCzn., P. van der, De geschiedenis van de Nederlandse Hervormde kerk te Zandvoort (1957).

Mijle, C. van der, Naerder vertooch aen de hoogh-mogende heeren Staten Generael, over ghegheven by den heere van der Myle: Ende antwoort, aen de selve, hoogh-mogende heeren Staten Generael overghegeven by d'heer van Sommelsdiick (1618).

Milton, J., 't Paradys verlooren Heldendicht in tien boeken (1728).

Milton, J., Het verloren paradijs (1792).

Mobachius, J., De langh gewenschte en vast aenstaande bekering van het volk der Jooden (1746).

Molenaar, D., De formulieren van doop en avondmaal: in derzelver evangelische waarde en kracht beschouwd (1838).

Molenaar, D., De formulieren van eenheid, bij de hervormde kerk in Nederland gebruikelijk (1837).

Molenaar, D., Leerredenen: naar aanleiding der behoefte van onzen veelbewogen tijd op kerkelijk gebied (1854).

Moll, W., Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming 01 (1864).

Moll, W., Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de hervorming 02/2 (1867).

Moll, W., Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de hervorming 02/3 (1869).

Moll, W., Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming 02/4 (1869).

Molster, J.A.D., Nagelatene leerredenen (1850).

Moor, J.C. de, De propheet Maleachi: bijzondere canoniek en exegese (1903).

Muntinghe, H., De spreuken van Salomo (1796).

Murray, A., De Tafel des Heeren eene hulp ter rechte viering van het Heilig Avondmaal ... (1904).

N.N., Weer-slagh Tegens de jongst wtgegevene Tractaetgens, D. Francisci Lansbergii Ende D. Samuelis Lansbergii: Waer in bewesen wordt Wt seeckere Theses D.D. Zanchii, ende de onderschrijvinghe die daer onder die van Marburgh, Heydelbergh ende Zurigh ghedaen hebben : Dat H. Bullingerus in de huydendaechs verschil-poincten met den remonstranten niet eens maar oneens in ghevoelen is (1613).

Naber, J.C., Calvinist of libertijnsch (1572-1631) (1884).

Naber, S.A., Allard Pierson herdacht (1897).

Nagtglas, F., De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg van 1574-1860 (1860).

Nederlandsch archief voor kerkelijke geschiedenis 03 (1843).

Nederlandsch archief voor kerkelijke geschiedenis 04 (1844).

Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis 01 (1885).

Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis 02 (1887).

Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis 03 (1889).

Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis 03 (1903). [Nieuwe serie]

Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis 04 (1907). [Nieuwe serie]

Nederlandsche stemmen over godsdienst, staat-, geschied- en letterkunde (1834).

Nieuwe bijdragen op het gebied van godgeleerdheid en wijsbegeerte 01-02 (1877).

Nieuwe bijdragen op het gebied van godgeleerdheid en wijsbegeerte 07-08 (1891).

Nieuwe bijdragen op het gebied van godgeleerdheid en wijsbegeerte 12-13 (1897).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 01 (1858).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 02 (1859).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 03 (1860).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 04 (1861).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 05 (1862).

Nieuwe jaarboeken voor wetenschappelijke theologie 06 (1863).

Nieuwe Testament (1684).

Nieuwentyt, B., Gronden van zekerheid of de regte betoogwyse der wiskundigen (1720).

Noordtzij, A., De profeet Ezechiël opnieuw uit de grondtekst vertaald en verklaard (1932).

Oomius, S., Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom Of Turckdom (1663).

Oordeel ende Censure Der Hooch geleerder ende wijt-vermaerder Mannen Francisici Iunij, Luce Trelcatij ende Francisci Gomari, professoren der h. Theologie ende universitey tot Leyden midtsgaders D. Ieremie Bastingij ende Iohannis Wtenbogaerts over de dolinghen van Cornelis VViggersae eertijds dienaer des godlicken woorts in de ghereformeerde kercke Christi tot Hoorn (1617).

Oort, H., Het menschenoffer in Israel (1865).

Oorthuys, G., De anthropologie van Zwingli (1905).

Oosterwijk Bruyn, W. van, Uit de dagen van het Reveil (1900).

Oosterzee, J.J. van, Christologie onderzoek naar den Persoon en het werk des Verlossers 01 (1855).

Oosterzee, J.J. van, Christologie. Onderzoek naar den Persoon en het werk des Verlossers 02 (1857).

Oosterzee, J.J. van, Christologie. Onderzoek naar den Persoon en het werk des Verlossers 03 (1861).

Oosterzee, J.J. van, Christus en de Heidenwereld (1851).

Oosterzee, J.J. van, Dichterlijk genie Eene Schiller-studie (1859).

Oosterzee, J.J. van, Feestbundel leerredenen (1864).

Oosterzee, J.J. van, Gemeenschap der heiligen leerrede ter opening van de vijfde algemeene vergadering van de evangelische alliantie te Amsterdam 18 augustus 1867 (1867).

Oosterzee, J.J. van, Het Johannes-evangelie een viertal apologetische voorlezingen (1867).

Oosterzee, J.J. van, Het leven van Jezus 01 (1863).

Oosterzee, J.J. van, Het leven van Jezus 02 (1864).

Oosterzee, J.J. van, Het leven van Jezus 03 (1865).

Oosterzee, J.J. van, Het vaste Fundament leerrede (1877).

Oosterzee, J.J. van, Historie of Roman Het Leven van Jezus door Ernest Renan voorloopig toegelicht (1863).

Oosterzee, J.J. van, Jacques Saurin eene bladzijde uit de geschiedenis der kanselwelsprekendheid (1855).

Oosterzee, J.J. van, Leerredenen (1848).

Oosterzee, J.J. van, Levensvragen beantwoord in leerredenen (1860).

Oosterzee, J.J. van, Reformatie en revolutie. Een vijftigtal aphorismen (1867).

Oosterzee, J.J. van, Stemmen van Patmos Leerredenen over de brieven aan de zeven gemeente vanm Klein-Azië (1852).

Oosterzee, J.J. van, Verspreide leerredenen 1843-1855 (1856).

Oosterzee, J.J. van, Zestal Leerredenen (1865).

Oppedijk, W.M., De vrijmaking der friesche kerk onderzoek naar recht en roeping der friesche gemeenten ...(1875).

Opzoomer, C.W., De Gevoelsleer van Dr. J.J. van Oosterzee (1848).

Opzoomer, C.W., De godsdienst (1864).

Orgaan der Nederlandsche Zendingsvereeniging 48-49 (1908).

Owen, J., Phronēma tou pneumatos of: De genade en pligt om geestelyk-gezind te zyn verklaert en ter betragting aengedrongen (1728).

Palm, J.H., Jesaja vertaald en opgehelderd (1805).

Palm, J.H., van der, Leerredenen (1813).

Parresius, T., Historisch verhael van de Proceduuren tegen Jacobus Koelman (1677).

Paul, M.J., Brink, G van den, Bette, J.C., Bijbelcommentaar Ezra-Nehemia-Ester-Job (2009).

Pekelharing, C., Kant's teleologie (1916).

Pelnick, J., De Kerk en de Bijbel volgens Mohler voorgesteld en beoordeeld (1866).

Pen, K.J., Over het onderscheid tusschen de wetenschap van Hegel en de wijsheid van Bolland (1922).

Pierson, A., Eene levensbeschouwing (1875).

Pierson, A., Godgeleerde en wijsgeerige opstellen 01 (1857).

Pierson, A., Isaac da Costa. Een gedenkrede (1865).

Pierson, A., Oudere tijdgenooten (1888).

Pierson, A., Studien over Johannes Kalvijn (1527-1536) 01 (1881).

Pierson, A., Studien over Johannes Kalvijn (1527-1536) 02 (1881).

Pierson, A., Studien over Johannes Kalvijn (1527-1536) 03 (1881).

Pijper, F., Jan Utenhove, zijn leven en zijne werken Zijn leven en zijne werken ... (1883).

Pijper, F., Middeleeuwsch christendom (1911).

Piper, F., Dante en zijn theologie (1865).

Placcaet Vande Ho. Mo. Heeren Staten Generael der Vereenigbe Nederlanden, op het afdancken ende licentieren van nieuwe anghenomene Waert-ghelders: Als oock mede vande Aprehendatie de Geschiets is in s'Graven Hage, van den advocaet Johan van Olde Barnevelt ende meer anderen (1618).

Polak, L., Kennisleer contra materie-realisme : bijdrage tot "Kritiek" en Kantbegrip (1912).

Pont, J.W., Geschiedenis der Schiedamsche Luthersche gemeente (1907).

Poole, L.G. le, Bijdragen tot de kennis van het kerkelijk leven onder de Doopsgezinden ... (1905).

Poppius, E., Historisch verhael, van't gene tusschen den Synode Nationaal ende de geciteerde Remonstranten in ende buyten de synodale vergaderinghe is ghepasseert (1649).

Prescott, W.H., Prospectus van de Geschiedenis der regening van Philips den Tweede van Spanje (1860).

Prins, I., Kerkelijk register der predikanten die sedert 1818 tot 1860 de nederduitsche Hervormde Gemeente ...(1861).

Proosdij, C. van, Calvijn een strijder voor de anti-revolutionaire beginselen, toegelicht vooral uit zijne worsteling voor de vrijmaking der kerk (1899).

Proost, P., Jodocus van Lodenstein eene kerkhistorische studie (1880).

Publicatie, ende Interdictie Vande E. Magistraet Der Stadt Utrecht, Tegens De ghenen die, onder decksel vande Gereformeerde Religie, In de Christelijcke Gemeynte ende Republijcke der selver Stadt poogen Scheuringe ende Onrust aen te rechten (1617).

Publius, Ovidius Naso, Alle de werken 02 (1697).

Publius, Ovidius Naso, Metamorphosis (1595).

Rabus, P., Samenspraken van Desiderius Erasmus Rotterdammer (1697).

Rauwenhoff, L.W.E., Geschiedenis van het Protestantisme 03 (1871).

Regenboog, J., Historie der Remonstranten, kortelyk vervattende de geschiedenissen der Gereformeerde Christenen, die men Remonstranten noemt (1774).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 01 (1892).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 03 (1894).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 04 (1895).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 05 (1896).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 06 (1897).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 07 (1898).

Reitsema, J. & Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 08 (1899).

Reitsma, J., Geschiedenis van de Hervorming en de Hervormde Kerk der Nederlanden (1893).

Reitsma, J., Veen, S.D. van, Acta der provinciale en particuliere synoden 01-08 (1892-1899)

Ridder, J.H., de, Bijdrage tot de kennis van het oudste Christendom (1882).

Ridderus, F., Apollos ofte zedige Verantwoorder voor de Leere de gereformeerde Kercke (1666).

Riggenbach, J., Moderne theologie in Duitsch-Zwitserland beoordeeld (1862).

Roan, B. van, Uytersten wille ende treffelijcke brieven van P. Basilivs van Roan, capucien predikant weder ghekeert, tot de heylighe Romsche kercke (1650).

Roemer, J., Het vijfde halve eeuwfeest van de stichting der Hooge schole te Leijden in den jare 1575 ...(1825).

Roessingh, K.H., De moderne theologie in Nederland hare voorbereiding en eerste periode (1914).

Rogge, H.C., Brieven en onuitgegeven stukken van Johannes Uitenbogaard 03 (1874).

Rogge, H.C., Caspar Janszoon Coolhaes de voorlooper van Arminius en der Remonstranten (1865).

Rogge, H.C., Rogge, H.C., Brieven en onuitgegeven stukken van Johannes Uitenbogaard 01 (1868).

Rooses, M., Plantijn en de Plantijnsche drukkerij (1892).

Rot, D., "Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" : een woord voor onzen tijd, naar aanleiding van wat door Dr. A. Kuyper in "De Heraut" van 3 Juni 1917 geschreven is (1917).

Rotgans, L., Wilhem de Derde, door Gods genade, koning van Engeland, Schotland, Vrankryk en Ierland, beschermer des geloofs (1698).

Roucourt, J., Aen-leydinghe tot het oprecht gheloove, door de merck-teeckenen der waerachtighe kercke Christi (1672).

Rouwendal, P.L. 'De Stem des Woords (1950-1957). Een verdwenen kerkblad (2).' (2007).

Rovers, M.A.N., Nieuw-Testamentische letterkunde (1888).

Royaards, H.J., Ph. Will. Van Heusde, geschetst als geschiedkundige en als paedagoog tot de godgeleerdheid (1840).

Rutgers, A., De echtheid van het tweede gedeelte van Jesaja (1866).

Rutgers, A., Het tijdvak der Babylonische ballingschap chronologisch bepaald (1851).

Rutgers, F.L., Acta van de Nederlandsche synoden der zestiende eeuw (1889).

Rutgers, F.L., De beteekenis der gemeenteleden als zoodanig volgens de beginselen, die Calvijn, toen hij ... (1906).

Ruyl, H., G. Brandts stoute geveynstheyt in het opdragen of toe-eygenen van sijn Arminiaense Historie, aen alle de Predikanten van de publijcke Gereformeerde Kercken (1675).

Salverda, M., De beteekenis van Aristoteles voor de ontwikkeling der natuurlijke geschiedenis (1866).

Sandberg, A.J., Het stelsel der ervaring van Mr. C.W. Opzoomer aan de werkelijkheid getoetst (1865).

Sande Bakhuyzen, W.H. van de, Het dogmatische karakter, dat aan het evangelie van Lucas wordt toegekend (1889).

Scharp, J., Afscheid van den openbaren evangeliedienst bijzonder van de Nederduitsche ... (1826).

Schipper, K.A., Moderne koloniale staat en moderne zending (1938).

Schneller, L., Vader Schneller, een patriarch der evangelische zending in het heilige land ...(1908).

Schoch, S., Calvijn's beschouwing over kerk en staat (1902).

Schokking, H., De leertucht in de Gereformeerde Kerk van Nederland tusschen 1570 en 1620 (1902).

Scholte, H.P., Eene stem uit Pella (1848).

Scholte, H.P., Kompleete uitgave van de officiëele stukken betreffende den uitgang uit het Nederl. Herv. Kerkgenootschap (1863).

Scholte, H.P., Stukken betrekkelijk de afscheiding der gereformeerde gemeente van Doveren, Genderen en ...(1834).

Scholte, H.P., Verbondsvernieuwing: predikatie over Nehemia IX: 38, ter voorbereiding van den dank-, vast- en bededag (1837).

Scholten, J.H., De leer der hervormde kerk in hare grondbeginselen, uit de bronnen voorgesteld en beoordeeld 01 (1848).

Scholten, J.H., De leer der hervormde kerk in hare grondbeginselen, uit de bronnen voorgesteld en beoordeeld 02 (1850).

Scholten, J.H., De vrije wil (1859).

Scholten, J.H., Geschiedenis der Christelijke godgeleerdheid gedurende het tijdperk des Nieuwen Testaments (1858).

Scholten, J.H., Historisch-critische bijdragen naar aanleiding van de nieuwste hypothese aangaande Jesus en den ... (1882).

Scholten, J.H., Leerredenen (1853).

Schotel, G.D.J., De Illustre school te Dordrecht (1857).

Schotel, G.D.J., Een studenten-oproer in 1594: bijdrage tot de geschiedenis van het Staten-Collegie te Leyden (1867).

Schriftelicke Conferentie Tusschen .de kerckendienaren des vorstendoms Geldre ende Graefschap Zutphen aengaende de vyff artijculen metten ghevolghe van dien (1618).

Schuere, N. vander, Een cleyne of corte institutie dat is onderwysinghe der christelijcker religie ghestelt in locos communes (1581).

Schuere, N. vander, Een cleyne of corte institutie dat is onderwysinghe der christelijcker religie ghestelt in locos communes (1581).

Schultens, A., & Kals, J.W., Korte schets van de onderwyzinge der gronden in de Hebreesche letter-kunst (1750).

Schultens, J.J., Uitvoerige Waarschuuwing op verschuide Stukken der Katechismus Verklaaring van Alexander Comrie (1755).

Sepp, C., Bibliotheek van Nederlandsche kerkgeschiedschrijvers. Opgave van hetgeen Nederlanders over de geschiedenis der Christelijke kerk geschreven hebben (1886).

Sepp, C., De leer des Nieuwen Testaments over de Heilige Schrift des Ouden Verbonds (1849).

Sepp, C., Het godgeleerd onderwijs in Nederland gedurende de 16e en 17e eeuw, 01 (1873).

Sepp, C., Kerkhistorische studiën (1885).

Sepp, C., Polemische en Irenische Theologie Bijdragen Tot Hare Geschiedenis (1881).

Sepp, C., Proeve eener pragmatische geschiedenis der theologie in Nederland, van 1787 tot 1858 (1869).

Sepp, C., Verboden lectuur. Een drietal Indices librorum prohibitorum toegelicht (1889).

Sevensma, T.P., De ark Gods (1908).

Sibersma, H., De Paradysse God-geleerdheid begrepen in de eerste Belofte Gen. 3 (1727).

Siegenbeek, M., Geschiedenis der Leidsche hoogeschool, van hare oprigting in den jare 1575, tot het jaar 1825 (1829).

Simons, M., Een Fundament ende claw annwijzinge vande salichmakende Jesu fene Christi (1583).

Slatius, H., Bewiis, Dat de Schuer-Predicanten zijn Vrienden ende Toe-standers van dese Leere: Dat Godt on-mondighe jonge Kinderkens, die in hare onbejaertheyt sterven, zelfs der Gheloovighen van eeuwigheyt heeft verworpen, ende in tijde verdoemt (1617).

Slatius, H., Copie vant klaer Vertoogh: gheschreven in sijn gevangenisse in's Graven-Haghe, mitsgaders van twee Brieven van Jan Blansaert (1623).

Slatius, H., Den Gepredestineerden Dief, Ofte Een Samen-Sprekinge, ghehouden Tusschen Een Predicant Der Calvinus-Ghesinde Ende Een Dief, die ghesententieert was om te sterven (1619).

Slatius, H., Den gepredestineerden dief, ofte een t'samen-spreekinge, gehouden tusschen een predikant der Calvins-gesinde ende een dief, die gesententieert was om te sterven (1732).

Sleidanus, J., Warachtighe beschryvinghe, hoe dattet met de religie ghestaen heeft : ende oock met de ghemeyne welvaert, onder den grootmachtighen Keyser Carolo de vijfste (1596).

Smalcius, V., Thien predicatien over 't begin van 't eerste capittel des Euangeliums Joannis (1631).

Snel, M.G., De schorsing van ds. Kok met een vraag van ds. Kok aan de Geref. Gemeenten (1950).

Snel, M.G., Is het waar en noodzakelijk (z.j.).

Snouck Hurgronje, C., Het Mekkaansche feest (1880).

Socinus, F., Brieven aan zijn vrienden geschreeven (1666).

Soelen, J.C.S. van, Over den oorsprong der grieksche vertaling van de Pentateuch volgens de LXX ... (1864).

Sopper, A.J. de, David Hume's kenleer en ethiek (1907).

Spanheim, F., 't Leven van Johanna paus van Rome onder den naam van Johannes den achtsten (1722).

Speelman, R., De Onschadelykheid van de Leer der Onmagt aangewezen (1808).

Spinoza, B. de, Brieven van en aan Benedictus de Spinoza benevens des schrijvers Vertoog over het zuivere denken (1897).

Spinoza, B. de, De nagelate schriften van B.D.S als Zedekunst, Staatkunde, Verbetering van 't verstant, brieven en antwoorden (1677).

Stein, A., Thomas Münzer, de Wederdooper een tijd- en karakterteekening uit de 16e eeuw (1901).

Stemmen uit de Vrije Gemeente 06 (1884).

Stemmen voor waarheid en vrede 18 (1881).

Stemmen voor waarheid en vrede 18 (1881).

Stemmen voor waarheid en vrede 29 (1892).

Sticken, S., Het Klooster van Diepenveen. Handschrift (1886).

Stoppa, G. B., De Gods-dienst der hollanders. Vertoont in verscheide brieven, geschreven door een amptenaar in 's konings leger aen een leeraar ende professor in de God-geleerdheid der stad Berne (1673).

Storm, W., Bundel leerredenen, nagelaten (1846).

Strauss, D.F., Het leven van Jezus, voor het volk bewerkt (1864).

Streeder, G.J., Een beoordeeling van Barths exegese van 1 Corinthen 15 (1938).

Streso, C., Meditatien over den Zendbrief van Paulus aan den Colossensen (1724).

Swart, W., De invloed van den Griekschen geest op de boeken Spreuken, Prediker, Job (1908).

Teellinck, W., Philopatris, ofte Christelijck bericht (1608).

Teissedre L'Ange, J., Leerredenen ter viering van het derde eeuwfeest der hervorming: gehouden te Amsterdam (1817).

Theologisch tijdschrift 01 (1867).

Theologisch tijdschrift 02 (1868).

Theologisch tijdschrift 03 (1869).

Theologisch tijdschrift 05 (1871).

Theologisch tijdschrift 07 (1873).

Theologisch tijdschrift 08 (1874).

Theologisch tijdschrift 09 (1875).

Theologisch tijdschrift 10 (1876).

Theologisch tijdschrift 11 (1877).

Theologisch tijdschrift 12 (1878).

Theologisch tijdschrift 13 (1879).

Theologisch tijdschrift 14 (1880).

Theologisch tijdschrift 15 (1881).

Theologisch tijdschrift 25 (1891).

Theologisch tijdschrift 34 (1900).

Theologisch tijdschrift 40 (1906).

Theologische studiën 01 (1883).

Theologische studiën 04 (1886).

Theologische studiën 08 (1890).

Theologische studiën 09 (1891).

Theologische studiën 12 (1894).

Theologische studiën 13 (1895).

Theologische studiën 16 (1898).

Theologische studiën 19 (1901).

Theologische studiën 21 (1903).

Theologische studiën 22 (1904).

Theologische studiën 23 (1905).

Thiele, P.A., Catalogus der Bibliotheek van Joannes Thysius (1879).

Thysebaert, D.L., De waere dadelijcke en wesentlijcke teghenwoordigheyt ons heeren Jesu Christi in het alderheylighste sacrament ghegrondtvest (1696).

Tichler, J., Huldrich Zwingli, de kerkhervormer 1 (1857).

Tichler, J., Huldrich Zwingli, de kerkhervormer 2 (1858).

Tideman, B., De Remonstranten te Haarlem (1887).

Tideman, B., De remonstrantsche broederschap biographische naamlijst van hare professoren, predikanten en ...(1905).

Tideman, J., De stichting der Remonstrantsche Broederschap, 1619-1634 uit en met de oorpsronkelijke bescheiden (1871).

Tiele, C.P., De Nieuwe Geest des Evangelies in zijne werking en eischen vijf preken (1865).

Tijdschrift voor zendingswetenschap. Mededeelingen 09-10 (1865).

Tijdschrift voor zendingswetenschap. Mededeelingen 35 (1891).

Tijdschrift voor zendingswetenschap. Mededeelingen 42 (1898).

Til, S. van, Digt-zang- en speel-konst, soo der ouden als byzonder der Hebreen. Door een nauwkeurig onderzoek der oudheyd uyt zyn voorige duysterheyd wederom opgeheldert. Dienden om by wyze van een voorlooper den leser tot een beter verstand der goddlyke psalmen en netter begrip van haar waare gebruyk onder de beyde testamenten op te leyden (1728).

Titel-Register op De Heraut (1902).

Tjalma, G., Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde Historisch-dogmatische studie ... (1896).

Toorenenbergen, J.J. van, De symbolische schriften der Nederlandsche Hervormde Kerk in zuiveren kritisch bewerkten tekst ... (1906).

Toorenenbergen, J.J. van, Luther aan de hoogeschool rede, uitgesproken in eene openbare les aan de ... (1883).

Toorenenbergen, J.J. van, Philips van Marnix van St. Aldegonde godsdienstige en kerkelijke geschriften 01 (1871).

Toorenenbergen, J.J. van, Philips van Marnix van St. Aldegonde godsdienstige en kerkelijke geschriften 02 (1878).

Toorenenbergen, J.J. van, Philips van Marnix van St. Aldegonde godsdienstige en kerkelijke geschriften 03 (1891).

Tophel, G., Behoort een christen in de komedie. Drie pleidooien (1881).

Troelstra, A. Stof en methode der catechese in Nederland voor de Reformatie (1903).

Troffel en zwaard 04 (1901).

Troffel en zwaard 06 (1903).

Troffel en zwaard 07 (1904).

Troostenburg de Bruijn, C.A.L. van, Biographisch Woordeboek van Oosti-Indische predikanten (1893).

Tuinman, C., Beginzel van hemelwerk: bestaande in mengelzangen, over menigerlei uitgelezene geestelycke, en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging (1720).

Tuinman, C., Fakkel der Nederduitsche taale onsteken byzonderlyk aan de Hebreeuwsche, Grieksche en Latynsche spraaken, als ook de oude Duitsche, uit de overblyfzels der gryze aaloudheid, en die van laatere eeuwen. Hier achter is gevoegt Oud en nieuw of vergelyking der oude en nieuwe Nederduitsche Taal in vorming en spreekwyzen (1722).

Tuinman, C., Keurstoffen uit het boek van Job verklaart en toegepast 02 (1737).

Tuinman, C., Rymlust, behelzende I. Het ongerymde pausdom met eene rommelzode van paapenheiligdom. II Uitspanningsuitspanning III Rymproeve. Alles tot betoog van de rymrykheid der Nederduitsche taal. Noch een byvoegsel van gedichten (1729).

Tuuk, H.E. van der, Johannes Bogerman: akademisch proefschrift (1868).

Ubbink, J.Th., Het eeuwige leven bij Paulus. Een Godsdiensthistorisch onderzoek (1917).

Uhlhorn, G., Strijd en overwinning: tafereelen uit de geschiedenis der christelijke kerk uit de eerste eeuwen van haar bestaan (1880).

Uit de diepte : leerredenen door de de predikanten der Nederduitsche Gereformeerde Kerk van Amsterdam 01 (1887).

Uit de diepte : leerredenen door de de predikanten der Nederduitsche Gereformeerde Kerk van Amsterdam 02 (1887).

Uit de diepte : leerredenen door de de predikanten der Nederduitsche Gereformeerde Kerk van Amsterdam 03 (1887).

Uit de Remonstrantsche Broederschap 03-04 (1892).

Uit de Remonstrantsche Broederschap 13-14 (1902).

Ullmann, C., Johannes Wessel, een voorganger van Luther, tot kenschetsing van de christelijke kerk en ...(1835).

Valeton, J.J.P., Christus en het Oude Testament met een Voor en Naschrift naar aanleiding ... (1895).

Veldhuizen, A. van, Het taaleigen des Nieuwen Testaments (1906).

Verhoeff, H.W.A., Nagelaten leerredenen (1880).

Verschuir, J., Historisch tafereel behelsende een beknopt verhaal en nette tyd-reekeninge (1732).

Vervolg op het kerkelijk register der predikanten die, sedert de Hervorming, de gereformeerde ... (1818).

Verwer, A., Brief aan den Heere Adriaen Reland, professor der Oostersche talen in de ... (1709).

Verzameling van alle Stuken betrekkelijk de afscheiding der kerk van den Staat (1796).

Vetus, J., Des Conincx ende der religien (1562).

Vijf-en-twintig jaar zendingsarbeid te Djocja (1925).

Visscher, H., Guilielmus Amesius zijn leven en werken (1894).

Visser, J., Protestantsch antwoord op den brief van Paus Pius IX aan alle Protestanten ... (1870).

Visser, J.T. de, De daemonologie van het Oude Testament (1880).

Visser, J.T., Hosea, de man des geestes Proeve van psychologische schriftbeschouwing (1886).

Vitringa, C., De brief van den Apostel Paulus aan de gemeente der Galaten: als mede aan Titum: en uitgeleesene keurstoffen van eenige voorname texten des Nieuwen Testaments (1728).

Vitringa, C., Nauwkeurig onderzoek van de goddelyke openbaring des apostels Johannes 01 (1728).

Vitringa, C., Nauwkeurig onderzoek van de goddelyke openbaring des apostels Johannes 02 (1728).

Vitringa, C., Verklaring van de Evangelische parabolen (1715).

Voet, J. E., Stichtelyke gedichten en gezangen 02 (1763).

Voet, J.E., Uitzicht van Nebo (1753).

Voetius, G., Disputatio de comoediis of twistrede tegen de schouw-spelen (1772).

Voetius, G., Reedenvoeringe van de Nuttigheit der Akademien en schoolen, mitgaaders der wetenschappen en konsten (1736).

Voetius, G., Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus naar Poudroyen's ...(1891).

Voetius, G., Vruchte-losen Biddach, Of Vrymoedich ende ootmoedich versoek aan de christelijke overheden der vereenichde Nederlanden (1655).

Vondel, J. van den, Koning Davids harpzangen (1696).

Voogd, P., De eenzijdigheid van ds. R. Kok wat was dat toch (1978).

Voogt, J.E. de, Predikt het evangelie allen creaturen openbare toespraak tot inleiding der ... (1854).

Vos, G., Dogmatiek I (1910).

Vos, G., Dogmatiek II (1910).

Vos, G.J., Groen van Prinsterer en zijn tijd 02 (1891).

Vos, G.J., Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat de eerste bladzijde der tweede afscheiding (1887).

Vries, M. de, Feestbundel ter gelegenheid zijner veertigjarige ambtsbediening op den 28 November 1889 (1889).

Vries, T. de, Overheid en zondagsviering (1899).

Vrolikhert, G., Vlissingsche Kerkhemel, ofte Levenbeschryving van alle de hervormde Leraren (1758).

Vürtheim, J.J.G., Romeinsche religie (tot de dagen der Grieksche filosofie binnen Rome) (1912).

Waarheid in liefde 04 (1853).

Waeyen, J. van der, De betooverde weereld van Balthasar Bekker ondersogt en weederlegt (1693).

Wagenaar, L.H., De Hervormer van Gelderland levensbeschrijving van Johannes Fontanus (1898).

Wal, J. de, Nederlanders, studenten te Heidelberg (1886).

Water, J.W. te, Kort verhaal der Reformatie van Zeeland in de zestiende eeuwe benevens eenige verhandelingen ...(1766).

Water, W. te, Tweede eeuwgetijde van de geloofsbelijdenisse der gereformeerde kerken van Nederland (1762).

Weeda, W.H., Joseph Butler als zedekundige beschouwd en gewaardeerd een bijdrage tot de ...(1899).

Wensinck, A.J., Hoofdvormen van oostersch monotheisme (1928).

Wensing, J.H., De verhandeling van N.C. Kist over de pausin Joanna, nagelezen en getoetst (1845).

Werenfels, S., Redevoering over de tooneelspelen waar achter volgt lof der tooneelpöezij (1746).

Wesembeeck, J. van, Beschryvinghe vanden staet ende voortganck der religie in Nederlant, ende saecken daer over ontstaen, van den jare 1500. aff, ende principalick onder de regeringhe van coninck Philips de tweede, inde jaren 1565. ende 1566 (1616).

Westerbaen, J., Krancken-Troost voor Israel in Holland: Met een ernstige aenspraeck aen de Staaten van Holland en West-Vriesland (1663).

Westerbaen, K., Lijkrede Over Hebr. XIII: 7, Ter gedachtenisse van den eerwaerdingen, godvruchtigen en geleerden heere Johannes Lagendael. In zijn eerw. leeven leeraer in de gemeente der remonstranten te Rotterdam (1748).

Wette, W.M.L. de, Het duitsch godgeleerd seminarium in Noord-Amerika (1826).

Wiarda, J., Huibert Duifhuis de prediker van St. Jacob (1858).

Wieder, F.C., De Schriftuurlijke liedekens. De liederen der Nederlandsche Hervormden tot op het jaar 1566, inhoudsbeschrijving en bibliographie (1900).

Wieten, L.T., Irenaeus' geschrift Ten bewijze der apostolische prediking (1909).

Wigeri, J., Verhandeling over de goddelijkheid der Heilige Schrift (1799).

Wijk, P., Onderzoek naar de echtheid van den brief van Paulus aan de gemeente te ... (1864).

Wijminga, P., Festus Hommius (1899).

Wijnmalen, T.C.L., Pascal als bestrijder der Jezuiten en verdediger des Christendoms (1865).

Wildeboer, G., De letterkunde des Ouden Verbonds naar de tijdsorde van haar ontstaan (1893).

Willem en Maria, of gemeenzaam onderhoud over de grondwaarheden van den natuurlijken en christelijken godsdienst I (1831).

Willink, D., Bloemkrans van christelyke liefde- en zeededichten. Nevens eenige christelyke gezangen. Met kunstplaaten (1714).

Wolff, C., Experimentaal-philosophie of nuttelyke proefnemingen waardoor tot een grondige kennisse der natuur en konst de weg gebaand wordt 01 (1742).

Wolff, C., Experimentaal-philosophie of nuttelyke proefnemingen waardoor tot een grondige kennisse der natuur en konst de weg gebaand wordt 02 (1743).

Wolff, C., Redenkundige bedenkingen over het vermogen van het menschelyke verstand en het rechte gebruik van dien in de kennis der waarheid (1758).

Wolff, C., Redeukundige bedenkingen over God de wereld, en de menschelyke ziele (1767).

Wolff, E.B., Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1786).

Woltjer, J., Herodes : eene studie (1898).

Woltjer, J., Pontius Pilatus : eene studie (1888).

Woortman, H., Kerken-ordre der Graefschap Bentem (1852).

Wormser, J.A., De kinderdoop beschouwd met betrekking tot het bijzondere, kerkelijke en maatschappelijke leven (1885).

Wright, G.F., Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis (1907).

Wtenbogaert, J., Cygnea Cantio Of Leste sang (1633).

Wtenbogaert, J., Den eenigen ende rechten Waerom vande uytvoeringhe der Remonstrantsche Leeraars (1619).

Wtenbogaert, J., Eenige Brieven Geschreven Aen Heeren van qualiteyt in 's Graven-Haghe: tot wederleggingge van sekere grove talomnien tot nadeel der remonstranten wtghestroyt, soo 't geruchte gaet, by eenighe professoren der theologie tot Leyden (1630).

Wtenbogaert, J., Naerder-Bericht Ende Openinge Vande Proceduren By den Kercken-Dienaren (1612).

Wtenbogaert, J., Replyck Der Remonstranten Opde antwoordt der Leydsche Professoren (1631).

Wtenbogaert, J., Requeste Der Remonstrantsche Leeraren (1630).

Wtenbogaert, J., Send-Brief Der Remonstrantscher Leeraren aende E. Synode tot Schiedam in Iulio 1631 (1631).

Wtenbogaert, J., Verdedigingh vande Resolutie Der Mog. Heeren Staten van Holland (1615).

Wubben, C.H.E., Over Middelnederlandsche vertalingen van het Oude Testament Bouwstoffen voor de geschiedenis ... (1903).

Ypeij, A, & Dermout, I.J., Geschiedenis der Nederlandsche hermormde kerk 02 (1822).

Ypeij, A. & Dermout, I.J., Geschiedenis der Nederlandsche hermormde kerk 04 (1827).

Ypeij, A. & Dermout, I.J., Geschiedenis der Nederlandsche Hervormde Kerk 01 (1819).

Züllig, F.J., De openbaring van Johannes, verklaard (1848).

Zwaan, J. de, Syntaxis der wijzen en tijden in het Grieksche Nieuwe Testament (1906).



The Works of Heinrich Bullinger

Introduction
This is a Internet Bibliography of the writings of Henrich Bullinger, the Reformer in Zürich. The time that he was a forgotten theologian, belongs to the past. I also wrote my Master Thesis about him (available here). The number of writings available is still rising. In the futher I possibily add also secondary resources.



Bibliography
Ad Ioannis Cochlei De Canonicae Scripturae & Catholicae ecclesiae authoritate libellum, pro solida Scripturae canonicae authoritate, tum & absoluta eius perfectione, veraq[ue] Catholicae ecclesi' dignitate, orthodoxa Responsio (1544).

Adversus Anabaptistas (1560).

Adversvs Omnia Catabaptistarvm Prava Dogmata (1535).

An den durchlüchtigen hochgebornen Fürsten und Herren, Herrn Allbrechten, Marggraven zuo Brandenburg inn Prüssen &c., Hertzogen &c : ein Sendbrieff und Vorred der Dieneren des Wort Gottes zuo Zürich (1532).

Anklag und ernstliches Ermanen Gottes Allmächtigen zuo eyner gemeynenn Eydgnoschafft, das sy sich vonn jren Sünden zuo jmm keere (1528).

Antiquissima fides et vera religio : Christianam fidem mox a primis mundi exordiis ad haec usque tempora durasse, wamque veram & indubitatam esse (1544).

Apologie de Henri Bullingere: En laquelle est demonstré que les Ministres de l'Eglise de Zurcih, ne fuiuent aucune opinion heretique, en la doctrine de la Cene de nostre Seigneur (1558).

Bekanntnuss dess waaren Gloubens unnd einfalte Erlüterung der rächten allgemeinen Leer und Houptarticklen der reinen christenlichen Religion (1566).

Bericht der Krancken: wie man by den krancke und stärbenden menschen handlen ouch wie sich ein yeder in siner kranckheit schicken und züm stärben rüsten sölle (1544).

Brevis antibolè sive responsio secvnda ad maledicam implicatamque Ioannis Cochlei de Scripturae & ecclesiae authoritate replicam una cum expositione de sancta Christi catholica ecclesia (1544).

Catechesis pro advltioribvs scripta de his potissimus capitibus (1563).

Compendium christianae religionis decem libris comprehensum (1563).

Compendivm christianae religionis decem libris comprehensum (1556).

Confessio et expositio simplex orthodoxae fidei & dogmatum Catholicorum syncerae religionis Christianae (1566).

Confessio et expositio simplex orthodoxae fidei et dogmatum catholicorum sincerae religionis christianae concorditer ab ecclesiae christi ministris qui sunt in Helvetia etc. (1759).

Confessio Helvetica posterior (1839).

Confession de Foi des Eglises de la Suisse Réformée (1760).

Daniel sapientissimvs Dei propheta, qvia vetvstis polyhistor, id est mvltiscivs est dictvs, expositvs homilijs LXVI. Accessit hvic operi epitome temporvm et rervm ab orbe condito ad excidivm (1576).

De Conciliis : Qvomodo Apostoli Christi Domini in primitiua Ecclesia suum illud Hierosolymis Concilium celebrauerint, & quanto cum fructu, quantaq[ue] pace ; quomodo item Romani Pontifices in extrema mundi senecta, a quingentis & amplius annis, sua illa Concilia celebrauerint, & quanto cum damno perturbationeq[ue] fidelium (1561).

De gratia Dei ivstificante nos proper Christvm per solam fidem absque operibus bonis, fide interim exuberante in opera bona (1554).

De Hebdomadis, quae apud Danielem sunt, opusculum (1530).

De Openbaringhe Jesu Christi nu met CI predicatien verclaert, hier is oock by gevoecht een seer schoon troostelick boeck vande vervolghinghe der heyliger christelicker kercke (1582).

De origine erroris (1539).

De Origine Erroris, In Negocio evcharistiae, ac missae (1528).

De persecutionibus Ecclesiae christianae (1573).

De scripturae sanctae authoritate, certitvdine, firmitate et absolvta perfectione, deque episcoporum, qui uerbi dei ministri sunt, institutione & functione (1538).

De scriptvrae sanctae avthoritate, certitudine, firmitate & absoluta perfectione, deque episcoporum qui uerbi dei ministri sunt, institutione & functione. Accessit authoris Responsio ad Ioannis Cochlei de Canonicae scripturae & catholicae ecclesiae authoritate libellum [1544]

De testamento seu foedere dei unico & aeterno (1534).

Decades of Henry Bullinger, Minister of the Church of Zurich I-II (1849).

Decades of Henry Bullinger, Minister of the Church of Zurich III (1849).

Decades of Henry Bullinger, Minister of the Church of Zurich IV (1849).

Decades of Henry Bullinger, Minister of the Church of Zurich V (1849).

Der alt Gloub : das der Christen Gloub von Anfang der Wält gewärt habe, der recht waar, alt unnd ungezwyflet Gloub sye (1539).

Der christlich Eestand (1540).

Der christlich Eestand (1548).

Dispositio et perioche historiae evangelicae per IIII euangelistas contxtae, necnon actuum apostolorum, epistolarum quoque Pauli XIIII & canonicarum VIII ex commentarijs H. Bullingeri petita, & in forma enchiridij redacta: cuius consilium uersa pagina exponit (1553).

Einhaelligkeit der Dienern der Kilchen zuo Zürich und Herren Joannis Cavinii, Dieners der Kilchen zuo Genff, deren sy sich imm Handel der heyligen Sacramenten gägen andern erklärt und vereinbared habend (1551).

Festorum dierum Domini Jesu Christi sermones ecclesiastici (1564).

Gottsäliger und grundtlicher Bericht von der Hochheit, Wirden, fürträffenlichen Ansähen und Vollkommenheit heiliger göttlicher Geschrifft und jrem rechten Gebrauch : auch dass sy häll und klar, leicht und verstendtlich sey (1572)

Hoffnung der Glöubigen : von der Uferstentnus und Himmelfart unsers Herren Jesu Christi, ouch von unsers Fleisches Uferstäntnus, von dem ewigen Läben der Glöubigen und ewiger Verdamnuss der Unglöubigen (1544).

In Acta Apostolorum commentariorum (1557).

In Acta Apostolorvm commentariorvm (1535).

In D. Apostoli Pauli ad Galatas, Ephesios, Philippen. et Colossenses epistolas Commentarii (1535).

In Divinvm Iesv Christi Domini nostri Euangelium secundum Ioannem, Commentariorum (1543).

In Jeremiae Prophetae Sermonem vel orationem primam, sex primis capitibus comprehensam (1577).

In omnes apostolicas epistolas divi videlicet Pavli XIIII et VII canonicas, commentarii ad ipso iam recogniti & nonnullis in locis aucti (1549).

In omnes Apostolicas epistolas, divi videlicet Pauli XIIII. et VII. Canonicas, commentarii: acc accesserunt ad finem quoque duo libelli, alter de Testamento dei unico & aeterno, alter vero de utraque in Christo natura (1539).

In piam et eruditam Pauli ad Hebraeos epistolam commentarius (1532).

In posteriorem D. Pauli ad Corinthios epistolam Heinrychi Bullingeri commentarius (1535).

In priorem D. Pauli ad Corinthios epistolam, commentarius (1534).

In Sacrosanctvm Euangelium Domini nostri Iesu Christi secundum Marcu[m], Commentariorum (1545).

In Sacrosanctvm Iesu Christi Domini nostri Euangelium secundum Matthaeum, Commentariorum (1542).

Institvtio eorvm qvi propter dominvm nostrvm Iesvm Christvm de fide examinantur & uarijs quaestionibus tentantur (1550).

Iustificatio : de fide in Christum sola iustificante et de vere bonis operibus (1548).

La source d'erreur redige en devx livres (1549).

Orthodoxa Tigvrinae Ecclesiae ministrorum Confessio, illiorum & fidem et doctrinam, quam cum Catholica sanctoru[m] ecclesia communem habent : continens, in primis autem de Coena Domini Nostri Iesv Christi: una cum aequa & modesta responsione ad uanas et offendiculi plenas D. Mart. Lvtheri calumnias, co[n]demnationes & conuitia (1545).

Perfectio christianorum : Iesum Christum dominum nostram a patre coelesti datum esse mundo salvatorem, in quo fideles veluti in compendium recollecta habeant omnia quae ad veram pietatem discendam, vitamque vere beatam consequendam, & retinendam pertinent (1555).

Perfectio Christianorvm. Iesvm Christvm Dominvm Nostrvm a patre coelesti datum esse mundo saluatore[m], in quo fideles ueluti in compendium recollecta habeant omnia quae ad ueram pietatem discendam (1551).

Repetitio et dilucidior Explicatio consensvs veteris orthodoxae catholicaque Christi ecclesiae in doctrina prophetica & apostolica de inconfusis proprietatibus naturarum Christi Domini, in vna indiuisa persona permanentibus adeoque de veritate carnis Christi ad dexteram Dei patris, in coelo sendentis & non vbique praesentis (1564).

Responsio Qva Ostenditvr Sententiam De Coelo Et Dextera Dei Libello Bvllingeri : ex sancta Scriptura & beatis Patribus propositam, aduersaria D. Ioannis Brentij sententia non esse euersam, sed firmam perstare adhuc (1562).

Resurrectio : de gloriosa domini nostri Iesu Christi nostrorumque corporum resurrectione & vita sanctorum perpetua libellus (1545).

Sermonvm Decades quinque, de potissimis Christianae religionis capitibus (1567).

Tractatio verborum Domini in domo Patris mei mansiones multae sunt (1561).

Tractatio verborum Domini in domo Patris mei mansiones multae sunt (1562).

Uff etliche scharpffe unnd bittere Büchle Verantwortung Heinrychen Bullingers, Dieners der Kilchen zuo Zürych : darinn one Bitterkeit anzeigt wirt, dass die Diener der Kilchen zuo Zürych kein kätzerische Leer von dem Nachtmal unsers Herren Jesu Christi haltind oder leerind (1557).

Uff Johannsen, wyenischen Bischoffs Trostbüchlin, vonn dem wunderbarlichen nüw erlangten Syg ussgangen, trostliche Verantwurtung, an alle evangelischer Warheyt liebhabende Menschen durch Heinrychen Bullinger geschryben : ob der Syg inn der Eydgnoschafft vonn wägen des Gloubens, Sacraments und Götzen verloren sye (1532).

Utriusque in Christo naturae tam divinae quam humanae, contra varias haereses, pro confessione Christi catholica assertio orthodoxa (1534).

Vermanung an alle Diener des Worts Gottes und der Kyrchen Jesu Christi, dass sy jre Spänn, die sy gegen andern habend und übend, hinlegen und in disen letsten verderbten gefaarlichen Zyten der Wält einhällig allein unnd einfaltig den waaren Glouben in Jesum Christum und die Besserung des Läbens predigen wöllind (1572).

Vervolgung : von der schweren, langwirigen Vervolgung der heiligen christlichen Kirchen ouch von den Ursachen der Vervolgung, und Vermanung zur Gedult und Bestand, sampt Erzellung der Raach unnd Straaff Gottes / wider die Vervolger verzeichnet (1578).

Von dem einigen unnd ewigen Testament oder Pundt Gottes (1534).

Von dem heiligen Nachtmal unsers Herrenn Jesu Christi : wie oder welcher Form unnd Gstalt unnd warumb er das yngesetzt habe ouch wie der Mensch sich zuo sömlichem hochwirdigen Mal rüsten unnd schicken sölle (1553).

Von der Bekerung dess Menschen zuo Gott und dem waaren Glouben : VI. Predigen über das 8. Capitel der Geschichten der heiligen Apostlen von der Bekeerung dess Herren uss Morenland durch den heiligen Philippum

Widerlegung der Bullen dess Papst Pij V (1578).

Wiedertäufer Ursprung, fürgang, secten, wäsen, fürnemen und gemeinde jrer leer Artickel, ouch jre gründ, und warum sy sich absünderind unnd ein eigne kirchen anrichtend, mit widerlegung und antwort off alle und yede jre gründ und artickel, sampt Christenlichem bericht und vermanen dass sy jres irrthumbs und absünderens abstandind, und sich mit der kirchen Christi vereinigind (1560).

Wiedertäufer Ursprung, fürgang, secten, wäsen, fürnemen und gemeinde jrer leer Artickel, ouch jre gründ, und warum sy sich absünderind unnd ein eigne kirchen anrichtend, mit widerlegung und antwort off alle und yede jre gründ und artickel, sampt Christenlichem bericht und vermanen dass sy jres irrthumbs und absünderens abstandind, und sich mit der kirchen Christi vereinigind (1561).

-- & Oswald, G., Handlung yetz den xiiij. Tag Marcij diss xxvj. Jars, so zuo Osterlytz inn Merhernn durch erforderte Versamlung viler Pfarrer und Priesterschafften, ouch etlicher des Adels und anderer in christlicher Lieb und Einigkeit beschehen unnd in siben Artickel beschlossen mit sampt der selbenn Artickel Erklärnng (1526).

-- & Zwingli, H., Christenliche Ordnung unnd Brüch der Kilchen Zürych (1570).

-- & Zwingli, H., Christenliche Ordnung unnd Brüch der Kilchen Zürych (1595).

-- & Zwingli, H., Christennlich Ordnung und Brüch der Kilchen Zürich (1535).

Make a Free Website with Yola.